2238 km Kanaalkom Marchienne-au-Pont [710 km] [673 km]
ROUTE: ! ← voor kanaalkom voor spoorwegbrug over Samber = graspad overgaand in betonweg; ↑ onder autobrug door; ↑ voorrangsweg N90 oversteken = Rue des Déportés; → bij kleine rotonde = Rue du Calvaire; ← op einde; → bij verkeerslichten = fietspad langs hoofdverkeersweg over brug; ← op einde brug nadat fietspad van wegzijde veranderd; ! → naar kanaal; ! ← na 5 m = RAVeL Charleroi-Brussel op jaagpad links van kanaal; ! ← na spoorwegfietsbrug over kanaal = Waalse regionale fietsroute W4 Canaux, fleuves et rivières richting Namen;
|
2247 km Jumet [720 km] [683 km]
ROUTE: W4 Canaux, fleuves et rivières richting Namen; ! ← na spoorwegovergang; ← brug over spoorweg;
2251 km Ransart [724 km] [687 km]
ROUTE: → in centrum Ransart = Rue Appaumée; ! → parkje in na rij mijnbouwhuisjes; → na 20 m op parkpad; → na 80 m op parkpad = brugje over spoorweg; ↑ op kruispunt na brug; ← op volgend kruispunt = Rue Bonnevie; ↑ op volgende verspringend kruispunt [rechts is de straat Rue Pré des Béguines, het bos in het verlengde is het Bois de Soleilmont]; ↑ pad langs mijnterril; → op kruispunt = Rue de Gominroux; ! ← op kruispunt na bergop = Rue Bonnevie; ↑ op kruising met voorrangsweg = Rue de la Cave; ← ! fietspad voor spoorwegovergang = W4 richting Namen; ← bij de Samber = W4/W6 richting Namen; ! ← na 4 km na elektriciteitscentrale en net voor brug over Samber; → op rotonde = over brug; → op grote rotonde = richting Aiseau; → op rotonde;
|
2266 km Roselies [739 km] [702 km]
2269 km Priorij van Oignies [742 km] [705 km]
Béguinage d’Oignies (1239→1352)
Tijdens opgravingen voorafgaand aan restauratiewerken zijn tijdens het strippen door verschillende dateringsmethoden muurresten van het gebouw uit 13e E gevonden die als basis dienden als voor het huidige gebouw uit de 18e E. Dit is waar, tegen het begin van de 13e E Marie d'Oignies zich hier vestigde en toewijding kreeg van Jacques de Vitry, kardinaal en theoloog, die haar biechtvader werd.
De activiteiten van het begijnhof stoppen tegen het einde van de 14e E. De priorij blijft nog enkele eeuwen in gebruik.
De heilige Maria van Oignies, geboren in Nijvel in 1177 en gestorven in Oignies op 23 juni 1213, was een Brabantse mystica. Zij huwde op 14-jarige leeftijd, maar op haar vraag om geen geslachtsgemeenschap te hebben, werd het huwelijk niet geconsummeerd en leven als broer en zus. Ze gebruiken hun huis als leprozerie. Op latere leeftijd gaan ze uit elkaar onder het voorwendsel dat het de wil van God is. Zij was een spilfiguur in haar periode voor het spirituele leven rond Nijvel en had zo een grote voorbeeldfunctie. Ze leidde een contemplatief leven zonder de kloostergeloften af te leggen en werd soms als begijn omschreven. Marie trok zich daarna terug in een kluis in de priorij van Saint Nicolas d'Oignies. In 1215 werd haar leven door Jacob van Vitry opgetekend in de ‘Vita Mariae Oigniacensis’, die deze kort na de dood van Maria van Oignies in 1213 schreef. Het is één van de weinige getuigenissen in de literatuur aangaande het leven van begijnen in die periode. Door hun toedoen werd het begijnendom door de Kerk aanvaard. Maria van Oignies werd aangeroepen bij barensweeën en tegen koorts. Haar feestdag is vastgesteld op 23 juni. Toen in de 16e en 17e E de vooral uit rijke patriciërsfamilies afkomstige Brusselse begijnen op zoek gingen naar een stichteres en patrones van de begijnhoven, kwam de gelukzalige Maria van Oignies niet aan bod en werd er gekozen voor de heilige Begga van Andenne. Was Maria onbekend bij deze begijnen? Of was Maria te min, omdat ze nooit officieel heilig verklaard werd?
Tijdens opgravingen voorafgaand aan restauratiewerken zijn tijdens het strippen door verschillende dateringsmethoden muurresten van het gebouw uit 13e E gevonden die als basis dienden als voor het huidige gebouw uit de 18e E. Dit is waar, tegen het begin van de 13e E Marie d'Oignies zich hier vestigde en toewijding kreeg van Jacques de Vitry, kardinaal en theoloog, die haar biechtvader werd.
De activiteiten van het begijnhof stoppen tegen het einde van de 14e E. De priorij blijft nog enkele eeuwen in gebruik.
De heilige Maria van Oignies, geboren in Nijvel in 1177 en gestorven in Oignies op 23 juni 1213, was een Brabantse mystica. Zij huwde op 14-jarige leeftijd, maar op haar vraag om geen geslachtsgemeenschap te hebben, werd het huwelijk niet geconsummeerd en leven als broer en zus. Ze gebruiken hun huis als leprozerie. Op latere leeftijd gaan ze uit elkaar onder het voorwendsel dat het de wil van God is. Zij was een spilfiguur in haar periode voor het spirituele leven rond Nijvel en had zo een grote voorbeeldfunctie. Ze leidde een contemplatief leven zonder de kloostergeloften af te leggen en werd soms als begijn omschreven. Marie trok zich daarna terug in een kluis in de priorij van Saint Nicolas d'Oignies. In 1215 werd haar leven door Jacob van Vitry opgetekend in de ‘Vita Mariae Oigniacensis’, die deze kort na de dood van Maria van Oignies in 1213 schreef. Het is één van de weinige getuigenissen in de literatuur aangaande het leven van begijnen in die periode. Door hun toedoen werd het begijnendom door de Kerk aanvaard. Maria van Oignies werd aangeroepen bij barensweeën en tegen koorts. Haar feestdag is vastgesteld op 23 juni. Toen in de 16e en 17e E de vooral uit rijke patriciërsfamilies afkomstige Brusselse begijnen op zoek gingen naar een stichteres en patrones van de begijnhoven, kwam de gelukzalige Maria van Oignies niet aan bod en werd er gekozen voor de heilige Begga van Andenne. Was Maria onbekend bij deze begijnen? Of was Maria te min, omdat ze nooit officieel heilig verklaard werd?
ROUTE: ↑ rechts van de priorij; → op einde van de priorij; ← na poort begijnhofhuizen en kerk Sainte-Marie d’Oignies; → straat bergop op Y-splitsing = Rue des Écoles; → straat bergop op volgende Y-splitsing; → op Y-splitsing na bos;
2298 km Abdij van Maredret [771 km] [734 km]
2299 km Abdij van Maredsous [772 km] [735 km]
Abdij gesticht door benedictijnenmonniken in 1872. Bezoekerscentrum met cafetaria en streekproductenwinkel waaronder kaas, brood en bier.
ROUTE: ← bij abdij = door abdijpoort; ← op weg; ! → op einde parking = met rotsblokken afgebakend asfaltwegje steil naar beneden; → op einde = doorgangsweg langs riviertje Molignée; → op spoorwegfietspad; Knptn 46-47-richting 51;
|
2305 km Ruïne kasteel Montaigle (rechts boven de vallei) [777 km] [740 km]
In 1554 leeggeplunderd en platgebrand door de Franse troepen van Hendrik II. Volgens een legende moest de burchtheer zich overgeven en zou de volgende dag opgehangen worden. De kasteelvrouw mocht doch vertrekken met al wat ze dragen kon. Ze droeg haar man naar buiten en redde zo zijn leven.
ROUTE: Knptn 51-52-53-richting 93;
|
2317 km Denée [790 km] [753 km]
Ferme-Château des Béguines
Hoewel de naam van deze hoeve verwijst naar begijnen, heeft ze eigenlijk geen directe band met de begijnenbeweging. De boerderij werd in het begin van de 18e E gebouwd voor de familie van een hoge ambtenaar in de streek. De naam ‘Ferme-Château des Béguines’ werd in de 19e E aan de boerderij gegeven in verwijzing naar het begijnhof van Denée dat naar vermoeden zich in de omgeving van de kerk bevond. Vandaag is de Ferme des Béguines geklasseerd als regionaal cultureel erfgoed.
Hoewel de naam van deze hoeve verwijst naar begijnen, heeft ze eigenlijk geen directe band met de begijnenbeweging. De boerderij werd in het begin van de 18e E gebouwd voor de familie van een hoge ambtenaar in de streek. De naam ‘Ferme-Château des Béguines’ werd in de 19e E aan de boerderij gegeven in verwijzing naar het begijnhof van Denée dat naar vermoeden zich in de omgeving van de kerk bevond. Vandaag is de Ferme des Béguines geklasseerd als regionaal cultureel erfgoed.
ROUTE: ! → op einde bebouwde kom van Denée bij kapel [boerderij rechts achter het bord ‘einde bebouwde kom Denée’ net voor de afslag = Ferme des Béguines]; → op einde = N971; ! ← op verspringend kruispunt = éénrichtingsstraat; ← op einde; ↑ hoofdverkeersweg N932 oversteken; → na 500 m; ↑ in Bioul; → naar hoofdverkeersweg; ← na 50 m = N932;
2323 km Bioul [796 km] [759 km]
ROUTE: ← na 200 m voor kasteel = Rue d’Arbre; Knptn 57-58-94; ! ↑ bij Knpt 94; → op verkeersweg N928 = fietspad links van weg na 1,5 km vanaf school (College); → op voorrangsweg N92; → na 70 m = Rue des Béguines;
2332 km Burnot [805 km] [768 km]
Straatnaam Rue des Béguines
Er is hier sprake van een begijnhof uit de 17e E. De Rue des Béguines loopt als bosweg verder langs de oever van het riviertje de Burnot naar het College, dat ontstaan is uit een kasteel van 1762. In 1903 nemen uit Franse Kanunnikessen, na uitvoering van de wet op verbod van katholieke scholen in Frankrijk, bezit van het kasteel en openen er een pensionaat voor meisjes. De Rue des Béguines in Burnot loopt in richting van het kasteel annex meisjespensionaat annex college. Er is sprake van een begijnhof uit de 17e E. In het verlengde van de huidige Rue des Béguines loopt loopt een breed bospad verder langs de oever van het riviertje de Burnot naar het College, waarschijnlijk in gebruik door de begijnen als verbinding tussen de Romaanse kerk Sainte-Trinité en het kasteel annex meisjespensionaat. Het 4e huis aan de linker kant uit 1688 in de Rue des Béguines is nog een restant uit de periode van het begijnhof. De rotswand hogerop in de Rue des Béguines noemt de ‘Rocher des Béguines’.
Er is hier sprake van een begijnhof uit de 17e E. De Rue des Béguines loopt als bosweg verder langs de oever van het riviertje de Burnot naar het College, dat ontstaan is uit een kasteel van 1762. In 1903 nemen uit Franse Kanunnikessen, na uitvoering van de wet op verbod van katholieke scholen in Frankrijk, bezit van het kasteel en openen er een pensionaat voor meisjes. De Rue des Béguines in Burnot loopt in richting van het kasteel annex meisjespensionaat annex college. Er is sprake van een begijnhof uit de 17e E. In het verlengde van de huidige Rue des Béguines loopt loopt een breed bospad verder langs de oever van het riviertje de Burnot naar het College, waarschijnlijk in gebruik door de begijnen als verbinding tussen de Romaanse kerk Sainte-Trinité en het kasteel annex meisjespensionaat. Het 4e huis aan de linker kant uit 1688 in de Rue des Béguines is nog een restant uit de periode van het begijnhof. De rotswand hogerop in de Rue des Béguines noemt de ‘Rocher des Béguines’.
ROUTE: ← op het einde van de Rue des Béguines = Rue Bois Laiterie; ! → richting ‘Point de vue des 7 Meuses’ = fietslus van 1,7 km naar uitzichtpunt [bij slechte weersomstandigheden en slecht zicht kan je hier rechtdoor fietsen]; → op Y-splitsing = minst steile helling;
2336 km Point de vue des 7 Meuses [809 km] [772 km]
ROUTE: ↑ bij uitzichtpunt; → op weg beneden = aanvang fietslus naar uitzichtpunt; ← na 30 m op Y-splitsing met picknickbank = Rue de Messe steil bergaf; ! → na 100 m op kruispunt = Rue des Miédroux steil bergaf; ← op einde = bergaf; → op hoofdverkeersweg N92; ← na 40 m richting Maas; → op jaagpad langs de Maas; knptn 98-99-58-29-32-richting 81 = W5 ‘D'une vallée à l'autre’ richting Dinant; ! → 2e tunnel onder spoorweg in Bouvignes; ↑ na tunnel = Rue Barbier; ← op einde voor rots;
2350 km Bouvignes-sur-Meuse [823 km] [786 km]
Begijnhof Colart de Robinoit (1420→1606)
De straatnaam Rue des Béguines verwijst naar het Begijnhof van Bouvignes-sur-Meuse, dat in deze straat was gevestigd.
De straatnaam Rue des Béguines verwijst naar het Begijnhof van Bouvignes-sur-Meuse, dat in deze straat was gevestigd.
ROUTE: ↑ links langs kerk = Rue Richier; ! ← na 150 m bij poort toegang achterzijde kasteel = Rue des Béguines; ← op einde; → na 20 m = door tunnel onder spoorweg; → op jaagpad van de Maas; Knptn 38-richting 39;
2352 km Dinant [825 km] [788 km]
In de omgeving van Dinant is er weet van 7 begijnencouventen. Zo voerde Alard, abdij van Brogne, de laatste wilsbeschikking van zijn oom Godefroid van Bouvignes uit, met name het stichten van het begijnhof Alart de Brogne in Rée (1344→1466).
Begijnhof van Arras (1312→?) Begijnhof Lambert de Sage (1418→1466) Begijnhof Wautier de Coraine (1458→?) Begijnhof van Heillewis (?→?) Begijnhof van Saint-Médard (1473→?) Begijnhof van Leffe (begin 15e E→1466) |
ROUTE: ! ↑ op N95 = éénrichtingsverkeer langs Maas; ! ← éénrichtingsstraat 100 m na verwijdering van Maas = Rue Point en Isle; ← op einde = N95 = éénrichtingsverkeer door centrum; ! → 100 m na parkeerplein = Rue Saint-Martin; ← op einde = Rue en Rhée langs rotsen; ↑ rond justitiegebouw = Rue en Rhée [in deze straat bevond zich het begijnhof Alart de Brogne; → op einde = = N95 = éénrichtingsverkeer door centrum; → op rotonde bij kerk; → op einde voor plein = Place Patenier; ← op einde plein; ← op parking; ! → na 10 m voor rotonde met kunstwerk;
2354 km Leffe [827 km] [790 km]
Begijnhof van Leffe (begin 15e E→1466)
Het begijnhof (begijnencouvent) gesticht door Anne Besselle in het begin van de 15e E was gevestigd in de parochie van Saint-Georges (Leffe). In 1455 komt het begijnhof in handen van de Karmelieten die als eerbetoon aan de begijnen van Marie-Madelaine de naam Dames Blanches aannamen. De ombouw van het begijnhof naar karmelietenklooster werd goedgekeurd door de bisschop van Luik Jean de Heinsberg en vervolgens goedgekeurd en bevestigd door paus Pius II in een bul van 4 januari 1458. Na de plundering van Dinant in 1466 en de vernietiging van dit huisklooster, zochten de Karmelieten eerst hun toevlucht in Hoei en daarna in Namen en keerden nooit meer terug naar Dinant.
Het begijnhof (begijnencouvent) gesticht door Anne Besselle in het begin van de 15e E was gevestigd in de parochie van Saint-Georges (Leffe). In 1455 komt het begijnhof in handen van de Karmelieten die als eerbetoon aan de begijnen van Marie-Madelaine de naam Dames Blanches aannamen. De ombouw van het begijnhof naar karmelietenklooster werd goedgekeurd door de bisschop van Luik Jean de Heinsberg en vervolgens goedgekeurd en bevestigd door paus Pius II in een bul van 4 januari 1458. Na de plundering van Dinant in 1466 en de vernietiging van dit huisklooster, zochten de Karmelieten eerst hun toevlucht in Hoei en daarna in Namen en keerden nooit meer terug naar Dinant.
ROUTE: → op N92 langs Maas; → 30 m; Knptn 39-9-10-73-18;
2372 km Ciney [845 km] [808 km]
De "Rempart des Béguines" verwijst naar de stadsmuur van Ciney alhoewel er nooit een begijnhof in Ciney is geweest. Het was een groep van drie Karmelieten behorende tot de orde der Dames Blanches (zie Leffe hierboven), van oorsprong afkomstig uit Leffe (1458-1466) die in 1629 het klooster van Ciney stichtten in de huidige Rue du Condroz op nr. 36, destijds Rue d'en Haut. Vandaar de verwijzing naar begijnen. De muur op de Y-splitsing links in de straat Rempart des Béguines behoorde tot dit karmelietenhuis.
ROUTE: Knptn 82-12-11-14-43-13-100-109-110-103-104-27-richting 25;
2385 km Marche-en-Famenne [871 km] [834 km]
ROUTE: ! ↑ Marktplein ‘Place du Roy Albert’ oversteken bij kerktoren; ← op einde plein met bronzen beeld ‘La Religieuse’ op de trappen;
Het bronzen beeld herinnert aan de aanwezigheid van de Zusters van Liefde van Notre-Dame, die ooit aan het begin van de Rue Dupont, voorheen Rue des Religieuses, gehuisvest waren.
ROUTE: ← na 20 m; ! → na 50 m door poort voor gebouw in Ardense grijze natuursteen; ← in de tuin der Karmelieten op einde gebouw = ‘Famenne & Art Museum’; ← op einde museum; → na toegangspoort museum en park; → na 10 m = Rue Rosette; → op einde = Rue des Savoyards [huis nr 13 = oud begijnhof];
|
2422 km Domaine Provincial du Fourneau Saint-Michel [895 km] [858 km]
ROUTE: Knptn 90-15;
2435 km Saint-Hubert [908 km] [871 km]
De stad Saint-Hubert is genoemd naar de heilige Hubertus, de beschermheilige van de jacht. De Basiliek van Sint-Hubertus is gewijd aan deze heilige en trekt jaarlijks duizenden pelgrims en toeristen. De basiliek heeft een prachtige architectuur en herbergt de relieken van Sint-Hubertus. Het is ook bekend om zijn indrukwekkende glas-in-loodramen en een groot orgel.
Het begijnhof van Saint-Hubert bevond zich ergens in het hart van de stad in de buurt van de Romaanse kerk Saint-Gilles, het oude hospitaal en de abdij.
ROUTE: ! → na bushalte [rechts voor bushalte = voormalig Hospitaal met kapel]; ← op einde bij Romaanse Sint-Gilliskerk; → bij abdijkerk = Place du Marché; → tussen monument en stadhuis = richting Hatrival; ! ← na 300 m = richting Hatrival; ! ← na 100 m = Rue des Rogations; ← op einde op hoofdverkeersweg; → na 40 m = knpt richting 23; → na brug over autoweg = knpt richting 23; ! weg naar Vesqueville; ← bij snelheidsremmer bij beek in bergaf;
2439 km Pré des Béguines [912 km] [875 km]
De naamplaat "Pré des Béguines" in Vesqueville verwijst niet naar de straat maar naar een graslandgebied dat vroeger eigendom was van het begijnhof van Saint-Hubert. Het begijnhof had verschillende landbouwgronden en weilanden in de omgeving van Saint-Hubert en Vesqueville om in hun eigen onderhoud te voorzien. De "Pré des Béguines" was dus één van deze weilanden die oorspronkelijk in het bezit waren van het begijnhof.
ROUTE: → op einde = halfverharde weg; → op Y-splitsing; → hoofdweg volgen bij rustbank; ← op Y-splitsing; ← na 80 m op einde; ← na 700 m; Knptn 5-2-97-94-89-93-92-32-31-84-83;
2474 km La Roche-en-Ardenne [947 km] [910 km]
Feodaal kasteel
De burcht uit de 9e E diende oorspronkelijk als een verdedigingsfort en werd in de loop der eeuwen meerdere keren verbouwd en uitgebreid. Het speelde een belangrijke rol in de verdediging van de regio en heeft verschillende oorlogen en conflicten meegemaakt. ROUTE: Knptn 83-82-71-94-93-9-18-15-richting 01;
|
2502 km Oster [975 km] [938 km]
De 1,5 km lange halfverharde weg ‘Chemin du Béguinet’ verbindt het gehucht Ostêr met Grandmenil.
ROUTE: Knpt 01;
2504 km Grandmenil [977 km] [940 km]
Manhay History 44 Museum en Duitse legertank Pantzerkampfwagen V Panter G.
ROUTE: ! ← op rotonde bij knpt 01 = richting Erezée; ! ← richting Lafosse = Grand Rue; ↑ na 300 m; ← voor kerk in Lafosse = richting Dochamps/Moulin de la Fosse; → op einde = richting Erezée; → op einde = verkeersweg N841 richting Erezée; ← N885 richting Beffe in Amonines = Knpt 20; Knptn 88-44-87-74-73-70-17;
2524 km Hotton [997 km] [960 km]
ROUTE: Knptn 16-14-12-11-10-8-7;
2529 km Durbuy [1012 km] [975 km]
‘La Petite Merveille’, ‘Middeleeuwse doolhof’, ‘St. Tropez van de Ardennen’ zijn enkele superlatieven die de kleinste stad ter wereld groots maken.
L’Escalier du Thier de Béguines
Het begijnhof van Durbuy was gelegen op de Thier de Béguines, een heuvel aan de rand van de stad Durbuy in de Belgische provincie Luxemburg. Het begijnhof werd gesticht in de 17e E. Een trap uit 58 treden verbond het begijnhof met de stad. Het pad op de parking rechts van de rots en vijver leidt naar de trap.
Het begijnhof van Durbuy was gelegen op de Thier de Béguines, een heuvel aan de rand van de stad Durbuy in de Belgische provincie Luxemburg. Het begijnhof werd gesticht in de 17e E. Een trap uit 58 treden verbond het begijnhof met de stad. Het pad op de parking rechts van de rots en vijver leidt naar de trap.
ROUTE: Knptn 6-5-40-39-34-33-68-71; ! → bij Knpt 71 = is in toekomst voorzien richting Knpt 76 in Ouffet?; ↑ fietspad bij begraafplaats Ouffet; → op einde fietspad; ↑ op verspringend kruispunt; Knptn 70-richting 69;
2578 km Ouffet [1051 km] [1014 km]
ROUTE: ! → Op einde asfalfpad; → richting Himbe;
2580 km Kasteel van Himbe [1053 km] [1016 km]
ROUTE: ! → op einde kasteelmuur = naar de achtergelegen kasteelhoeve annex nieuw Begijnhof Sainte Barbe;
Nieuw begijnhof Sainte Barbe
Een nieuwe vorm van begijnhof uitgaand van mede-eigendom voor 50-plussers. De voormalige vierkantshoeve van Himbe uit de 16e-17e E wordt een eigentijds begijnhof. Het echtpaar dat achter dit project zit, richt zich met name op eigendommen met een rijke geschiedenis die weinig of geen tussentijdse renovatie hebben ondergaan en waardoor er weinig impact is op het cachet en ziel van de oorspronkelijke gebouwen. De culturele ecologie van het project is gebaseerd op de redding en bescherming van het architecturaal en historisch erfgoed. Het moet een plek van leven zijn in sterke verbinding met de voorouderlijke landelijke waarden van de plek met betrekking tot eenvoud, bescheidenheid en soberheid. Een plaats van leven dat sterk verbonden is met de spirituele waarden en meer specifiek die van het christelijke en oecumenische kloosterleven. Geïntegreerd in het geheel is een kapel gewijd aan Sint Barbe. Er is plaats voor artistieke of creatieve activiteiten gekoppeld aan de vaardigheden en interesses van de bewoners. Er wordt voorkeur gegeven aan gemeenschappelijke ruimtes van stilte en sereniteit, ontwikkeling van zachte mobiliteit (elektrische fietsen/elektrische auto), het leven in gemeenschap, verbondenheid en wederzijdse hulp met respect voor de individuele onafhankelijkheid, het bevorderen van het delen van apparatuur en activiteiten voor het in stand houden en verbeteren van de leefomgeving. Toen wij de site bezochten in 2022 was deze nog volop in aanbouw.
Een nieuwe vorm van begijnhof uitgaand van mede-eigendom voor 50-plussers. De voormalige vierkantshoeve van Himbe uit de 16e-17e E wordt een eigentijds begijnhof. Het echtpaar dat achter dit project zit, richt zich met name op eigendommen met een rijke geschiedenis die weinig of geen tussentijdse renovatie hebben ondergaan en waardoor er weinig impact is op het cachet en ziel van de oorspronkelijke gebouwen. De culturele ecologie van het project is gebaseerd op de redding en bescherming van het architecturaal en historisch erfgoed. Het moet een plek van leven zijn in sterke verbinding met de voorouderlijke landelijke waarden van de plek met betrekking tot eenvoud, bescheidenheid en soberheid. Een plaats van leven dat sterk verbonden is met de spirituele waarden en meer specifiek die van het christelijke en oecumenische kloosterleven. Geïntegreerd in het geheel is een kapel gewijd aan Sint Barbe. Er is plaats voor artistieke of creatieve activiteiten gekoppeld aan de vaardigheden en interesses van de bewoners. Er wordt voorkeur gegeven aan gemeenschappelijke ruimtes van stilte en sereniteit, ontwikkeling van zachte mobiliteit (elektrische fietsen/elektrische auto), het leven in gemeenschap, verbondenheid en wederzijdse hulp met respect voor de individuele onafhankelijkheid, het bevorderen van het delen van apparatuur en activiteiten voor het in stand houden en verbeteren van de leefomgeving. Toen wij de site bezochten in 2022 was deze nog volop in aanbouw.
ROUTE: ! terugkeren bij nieuw Begijnhof Sainte Barbe; ↑ bij kasteel; ← voor boerderij; → bij bord begin bebouwde kom Ouffet; Knptn 69-31-30-28;
2598 km Comblain-au-Pont [1071 km] [1034 km]
De Tour Saint-Martin heeft een vierkante vorm en is opgebouwd uit zandsteen. Het diende oorspronkelijk als een uitkijktoren en verdedigingswerk om de omgeving te controleren en te beschermen. Het is een karakteristiek voorbeeld van middeleeuwse militaire architectuur.
ROUTE: Knptn 27-1-2-4-5-6-7-8-9-43-richting 64; ! ← bij stadhuis van Theu = plein Place du Perron
|
2625 km Theux [1098 km] [1061 km]
ROUTE: → over brug van rivier de Hoegne; ← na brug = éénrichtingsweg links naar beneden; ← op einde; → op einde voor Hoegne; → op einde = over spoorweg; ← na spoorwegovergang; → na 20 m; → na 30 m = Rue des Écoles; → op einde; ← na 10 m bij verkeerslichten; → na 150 m = Chemin D’El Haut; ! ← op Y-splising boven op helling = halfverharde weg; ← op einde = asfaltweg; → na boerderij = halfverharde weg; ↑ na brug over beek Ruisseau de Chinhé = 100 m lange in slechte staat zijnde half verharde weg steil omhoog; ← na 100 m bij bovenkomen = halfverharde weg doorheen golfterrein ↑ op verspringend kruispunt = Chemin du Haras; → op kruispunt 20 m na bord bebouwde kom Ensival/Verviers = straat bergaf; ↑ op volgend kruispunt = bergaf; ↑ bergop op volgend kruispunt; ← op einde; ! → halfverhard pad op einde; → op rotonde = fietsers richting Heusy; ! ← na begraafplaats van Ensival = Clos des Béguines;
2634 km Ensival [1106 km] [1069 km]
Clos des Béguines
De naam van de wijk Clos des Béguines verwijst naar het door muren omsloten begijnhof van Ensival. De begijnen leefden hier samen in huizen rondom een centraal plein. Na de Franse Revolutie werd het begijnhof echter opgeheven en werden de gebouwen verkocht. In de 19e E werden op de plek van het voormalige begijnhof nieuwe huizen gebouwd, waardoor de oorspronkelijke structuur van het begijnhof verloren is gegaan. |
ROUTE: → na 10 m; ← op einde wijk Clos des Béguines; ↑ tegen éénrichtingsverkeer in; ! → op volgend kruispunt = éénrichtingsstraat; ↑ op volgend kruispunt éénrichtingsverkeer volgen; ↑ bij verkeerslichten; ← richting kerk; → bij kerk van Heusy = kasseienstraat;
2635 km Heusy [1107 km] [1070 km]
ROUTE: → op einde = Rue Hodiamont; ← na 250 m = hoofdweg volgen; → op volgend kruispunt; ! → op einde = Rue Des Prés; ! ← 2e straat = Rue Florikosse; ↑ op kruispunt = Rue Florikosse; ← op kruispunt met kruisbeeld = met éénrichtingsverkeer mee; ← op einde op voorrangsweg; ! ← na 1 km bij kruisbeeld = Rue Victor Close; ↑ halfverharde weg = Rue Victor Close; ! ← 20 m voor voorrangsweg = Rue Marie-Christine Pironnet; → op einde; ← op voorrangsweg; → na 30 m = Rue A.Le Marchant; ← bij schuur; → op hoofdverkeersweg; ← na 300 m = Chemin du Many; ← op plein Place Pierre Le Marchand;
2640 km Jehanster [1113 km] [1076 km]
ROUTE: → na 20 m; → na 100 m op Y-splitsing met parking; → op Y-splitsing bij begraafplaats = doodlopende weg; ← op Y-splitsing in bos; ↑ op kruispunt boswegen met kruisbeeld tussen 3 bomen; ↑ aanhouden bij afslagen; ↑ hoofdverkeersweg oversteken; ! ← na 5 m = Chemin du Coreu; ← op einde; → voor hoofdverkeersweg = richting Limbourg; ↑ bij kapel Sainte-Anne = richting Limbourg;
|
2646 km Hèvrement [1119 km] [1082 km]
2649 km Limbourg [1121 km] [1084 km]
Er is sprake van een begijnhof in het stadje Limbourg. Maar hiervan is niets meer terug te vinden.
ROUTE: ↑ bij kasteel Poswick = over centraal plein historisch centrum; ! → kleine straat; ← naar kerk; ← bij kerk; → bij monument; → op asfaltweg; → éénrichtingsverkeer volgen; → op einde = verkeersweg N620; ! ← op kruispunt bij kapel = weg richting Membach;
2657 km Membach [1128 km] [1091 km]
ROUTE: → bij kerk; Knptn 35-34-richting 45;
2660 km Eupen [1133 km] [1096 km]
ROUTE: ! ↑ richting kerk in centrum Eupen = Bergstraße; ! ← door houten deur na 30 m = verborgen steegje; → op einde bij hospitaal = straat bergop; → op einde [oud Franciscanenklooster en oudste huis van Eupen]; → naar kerk; ! ↑ oversteken naar ingang kerk; ← voor kerk; → steeg langs kerk = Kirchgasse; ! → op einde = steeg op kruispunt; ← op einde; Knpt richting 45;
2661 km Nispert [1134 km] [1097 km]
Straatnaam Beginenweg.
Het is niet duidelijk waarom deze straat naar de Begijnen is vernoemd. Het kan zijn dat er in het verleden begijnen in de buurt van de straat hebben gewoond, maar er is geen concrete informatie beschikbaar die dit bevestigt. De huidige Beginenweg ligt in de buurt van het Klooster Heidberg zowat halverwege tussen de Sankt-Nicolauskirche van Eupen en de Sankt Katharinakirche in Kettenis. |
ROUTE: ! ← Heidgasse; ↑ na linkse bocht = over brug; ← bij kapel; ! → Beginenweg; ! ← voor laatste huis = asfaltpad; → op weg; ↑ voorrangsweg oversteken = Schnellewindgasse; ! ← op fietspad na beekje; = fietspad richting Eupen; → op rood klinkerfietspad langs weg; ↑ op rotonde; → op einde klinkerfietspad = Hochstraße; Knptn 32-33-23-24-13-14-richting 78; ! ↑ op weg naar Hoof (knpt 74 gaat hier linksaf over halfverharde weg in slechte staat richting bos); → op Y-splitsing; knptn 45-44-43-42-41;
2690 km Herve [1163 km] [1126 km]
ROUTE: Knptn 38-riching 29; ! ← op kruispunt met fietsroute rechtdoor; ↑ na 30 m op kruispunt; ! ← op Y-splitsing met plein en kruisbeeld; → op einde plein = Rue Voie des Chanoines;
2697 km Retinne [1170 km] [1133 km]
Juliana van Cornillon werd rond 1192 te Rétinne bij Luik geboren. Ze verloor haar ouders toen ze vijf jaar was. Vanaf dat moment werd ze samen met haar zuster volgens de regel van Augustinus door de zusters kanunnikessen, die in het klooster op de Mont Cornillion dichtbij Luik leefden, opgeleid in de leprozerie. In de loop der tijd werd ze ook een zuster en in 1222 zelf priorin. Ze was de drijfveer aan de verbreiding van de devotie tot Heilig Altaarsacrament. Daarom wordt zij vaak afgebeeld met het Heilig Sacrament of met een monstrans in de hand. Dankzij Juliana en zuster Eva van Luik is dit feest er uiteindelijk gekomen. Ten eerste werd het feest ingevoerd voor het bisdom Luik in 1246 dankzij de aartsdiaken Jacques Pantaléon van Luik die in 1264 gekozen werd tot paus onder de naam Urbanus IV. In 1264 voerde hij het feest voor de hele kerk in. Als prior wilde Juliana strenge leefregels in de gemeenschap invoeren, maar werd hierdoor twee keer door haar medezusters verdreven. Als gevolg daarop vertrok ze in 1248 samen met vier andere medezusters naar het cisterciënzerklooster te Salzinnes. Nadat daar brand had gewoed, ging ze naar Fossen (Fosse-la-Ville) waar ze in eenzaamheid verbleef. Ze stierf er in 1258 en werd begraven in de abdij te Villers-la-Ville. In 1869 werd ze heilig verklaard en haar feestdag valt op 5 april. Haar relieken bevinden zich in de kerk van Rétinne. Julienne van Cornillon wordt dan ook gezien als één der protobegijnen. De Rue Sainte-Julienne en de Juliennebeek zijn naar haar vernoemd.
ROUTE: ← na kerk en kerkhof van Retinne; ← op einde staart bergaf; → op einde; → na 80 m = Rue Sainte-Julienne; ! ← na 150 m smalle straat = Rue Voie des Messes; ↑ na 50 m bij Kapel en bron van Julienne; ↑ op onverhard pad; ← op straat; → op kruispunt = weg richting Fleron; ← na 500 m = Rue Croix Bolette; → na 70 m; → op spoorwegfietspad lijn 38; Knptn 35-richting 32; ! ← na spoorwegbrug; ← onder spoorwegbrug door; ! ← na 200 m = na plein annex parking = Rue de Pilzen; → op einde = Rue des Coquelicots; ← op einde = asfaltpad langs muur begraafplaats; ← = asfaltpad langs muur begraafplaats; ↑ op einde fietspad = Avenue Cardinal Mercier; ↑ bij verkeerslichten = Rue des Églantines; ← op einde; ← op einde = kasseienstraat; ! → voor hoofdverkeersweg = Rue des Fortifications; → bij kerk = Rue Achille Lebeau; ! 30 m na poort = halfverhard pad tegenover begraafplaats Fort van Chartreuse;
2709 km Fort van Chartreuse [1182 km] [1145 km]
De heuvel Mont Cornillon in Luik was sinds 1124 de locatie van een norbertijnenklooster. In 1360 namen kartuizers het klooster over. Het kartuizerklooster had door haar ligging op een heuvel een strategisch belang tijdens de Franse beschieting van Luik in 1691. De Kartuizers verlieten het klooster in 1793. In 1817 werd het huidige fort gebouwd in opdracht van koning Willem I der Nederlanden. Het fort is genoemd naar het onherbergzame Chartreuse, een bergmassief in de Franse Alpen, waar de Kartuizerorde in 1084 gesticht werd. Tegenwoordig is dit verlaten fort populair bij urban explorers die er hun werk van gemaakt hebben in het fotograferen van verlaten vervallen gebouwen en plekken.
ROUTE: ! → doorheen vervallen gebouw (hier kan je ook ↑; → op einde pad en ← bij oorlogsmonument); ↑ door poort Fort van Chartreuse; ↑ bij oorlogsmonument = slechte kasseienweg bergaf; ↑ kasseienstraat bergaf = door oude stadspoort; ! → door toegangspoort van kloostersite Sanctuaire de Sainte-Julienne de Cornillon bij verkeerslicht;
2710 km Heiligdom van Sainte-Julienne [1183 km] [1146 km]
Het nieuw begijnhof Sainte-Julienne van Cornillon
Precies op de plaats waar de heilige Julienne (1193-1258) woonde en waar de oude leprakolonie stond die aan haar zorg was toevertrouwd, bevinden zich vandaag een klooster van de zusters Clarissen, een kapel, een gastatelier, een pelgrimsherberg en een hedendaags begijnhof, dat ondergebracht is in het in 2021 gerenoveerde huis Sainte Julienne, een gedeeld gebouw bestaande uit 2 huizen en 5 appartementen. Geïnspireerd door de waarden van het Evangelie richt het begijnhof zich op “begijnen en begaarden” van verschillende leeftijden en staat open voor koppels, gezinnen, alleenstaanden, leken, priesters, monniken, nonnen, ... Het gaat om een engagement en naleving van een handvest (juli 2021) om deel te nemen aan een verenigd en autonoom christelijk leven. Op een sokkel in het groen en boven de deur van de kapel staan levensgrote standbeelden van Sainte-Julienne. Ook in de kapel zijn beelden en glasramen met de beeltenis van Sainte-Julienne waar te nemen.
Precies op de plaats waar de heilige Julienne (1193-1258) woonde en waar de oude leprakolonie stond die aan haar zorg was toevertrouwd, bevinden zich vandaag een klooster van de zusters Clarissen, een kapel, een gastatelier, een pelgrimsherberg en een hedendaags begijnhof, dat ondergebracht is in het in 2021 gerenoveerde huis Sainte Julienne, een gedeeld gebouw bestaande uit 2 huizen en 5 appartementen. Geïnspireerd door de waarden van het Evangelie richt het begijnhof zich op “begijnen en begaarden” van verschillende leeftijden en staat open voor koppels, gezinnen, alleenstaanden, leken, priesters, monniken, nonnen, ... Het gaat om een engagement en naleving van een handvest (juli 2021) om deel te nemen aan een verenigd en autonoom christelijk leven. Op een sokkel in het groen en boven de deur van de kapel staan levensgrote standbeelden van Sainte-Julienne. Ook in de kapel zijn beelden en glasramen met de beeltenis van Sainte-Julienne waar te nemen.
ROUTE: ← bij verkeerslicht bij buiten rijden toegangspoort = hoofdverkeersweg onder brug door; ↑ brug over Maasarm = Maaseiland Couronmeuse; ! → richting Centre/Coeur historique/Outremeuse = 2e straat rechts / éénrichtingsstraat met verkeer mee;
2711 km Outremeuse (Luik) [1184 km] [1147 km]
ROUTE: ! ← op kruispunt met verkeerslichten = Rue Jean d’Outremeuse; ! → 50 m voor rotonde = Rue Roture;
Rue Roture
Karakteristieke straat/steeg in Maaslandse stijl van de 17e E met links en rechts toegangen en steegjes tot achterliggende huizen, waaronder ergens rechts op het einde het toenmalige begijnhof Saint-Julien, destijds gelegen in de Vinåve des Prés, één van de drie oude vinåves (wijken) van de stad Luik in de 13e E. In de Rue Roture ligt ook het pittoreske pleintje Place Gebriël met een muurkapelletje, een grafittymuur en een fontein Montefiore, een drinkwaterfontein uit 1891. Gelegen in de Vinåve des Prés, één van de drie oude vinåves (wijken) van de stad Luik in de 13e E.
Karakteristieke straat/steeg in Maaslandse stijl van de 17e E met links en rechts toegangen en steegjes tot achterliggende huizen, waaronder ergens rechts op het einde het toenmalige begijnhof Saint-Julien, destijds gelegen in de Vinåve des Prés, één van de drie oude vinåves (wijken) van de stad Luik in de 13e E. In de Rue Roture ligt ook het pittoreske pleintje Place Gebriël met een muurkapelletje, een grafittymuur en een fontein Montefiore, een drinkwaterfontein uit 1891. Gelegen in de Vinåve des Prés, één van de drie oude vinåves (wijken) van de stad Luik in de 13e E.
De begijnhoven van Luik
Op het einde van het ancien regime waren er ca. 40 begijnhoven in de stad Luik. Ze zijn verspreid over de meeste parochies van de stad en bieden onderdak aan bijna 350 mensen. Slechts twee ervan zijn niet intramuraal, het begijnhof van Saint-Christophe en het begijnhof van Sainte-Marguerite. Met uitzondering van Saint-Christophe zijn het zeer kleine entiteiten die een zeer klein aantal huisvesten, nooit meer dan vier of vijf vrouwen en nooit meer dan 20. De revolutie van 1829 zal ze omvormen tot "Foundation", waarbij de religieuze gebruiken lange tijd niet meer bestaan. Hun aantal is vastgesteld op driehonderd. De Luikse begijnhoven worden stilaan gemengde liefdadigheidsinstellingen die meer en meer zorg en huishoudelijke hulp bieden aan voornamelijk oudere of zieke vrouwen.
Op het einde van het ancien regime waren er ca. 40 begijnhoven in de stad Luik. Ze zijn verspreid over de meeste parochies van de stad en bieden onderdak aan bijna 350 mensen. Slechts twee ervan zijn niet intramuraal, het begijnhof van Saint-Christophe en het begijnhof van Sainte-Marguerite. Met uitzondering van Saint-Christophe zijn het zeer kleine entiteiten die een zeer klein aantal huisvesten, nooit meer dan vier of vijf vrouwen en nooit meer dan 20. De revolutie van 1829 zal ze omvormen tot "Foundation", waarbij de religieuze gebruiken lange tijd niet meer bestaan. Hun aantal is vastgesteld op driehonderd. De Luikse begijnhoven worden stilaan gemengde liefdadigheidsinstellingen die meer en meer zorg en huishoudelijke hulp bieden aan voornamelijk oudere of zieke vrouwen.
ROUTE: → na poort; ! ← door toegang smalle steeg = Rue Bauregard;
Rue Bauregard
Vroeger måle vôye ("slechte weg") of måssî rouwale ("vuil steegje") genoemd, waarschijnlijk vanwege zijn beruchte reputatie in de 18e E. Gelegen in de Vinåve des Prés, één van de drie oude vinåves ("wijken") van de stad Luik, was het vanaf de 13e E een doodlopende weg die eindigde bij het bereik van de Rivelette, een van de uitlopers van de Maas.
Vroeger måle vôye ("slechte weg") of måssî rouwale ("vuil steegje") genoemd, waarschijnlijk vanwege zijn beruchte reputatie in de 18e E. Gelegen in de Vinåve des Prés, één van de drie oude vinåves ("wijken") van de stad Luik, was het vanaf de 13e E een doodlopende weg die eindigde bij het bereik van de Rivelette, een van de uitlopers van de Maas.
ROUTE: ← op einde steeg = kerk Saint-Nicolas [achter de kerk lag het voormalige begijnhof Saint-Nicolas]; ← op kruispunt met kunstwerk de meteoriet bij jeugdherberg; ↑ op rotonde; ↑ over voetgangersbrug ‘De Passerelle’; ! ← op einde Passerelle = dubbel fietspad; ! → bij verkeerslicht; ← na 10 m = Rue Charles Magnette; ! ← na 40 m = Rue Soeurs de Hasque; ↑ bij kruising van de Rue Saint-Paul = Rue Bonne Fortune [op de plaats van de huidige winkel Rue Saint-Paul 9 bevond zich het begijnhof Saint-Martin, rechts in de Rue Bonne Fortune tegen de kathedraal Saint-Paul bevond zich het begijnhof Saint-Jérome];
2713 km Luik [1186 km] [1149 km]
ROUTE: ← op einde plein Place Saint-Paul = Rue Saint-Remy; [→ 50 m door poort = Court Saint-Remy];
Begijnenhuizen van Elisabeth Baily / Maison de la Divine Providence
Elisabeth Bailly recupereerde in 1733 vier eerder afgestane huizen in de Rue Saint Rémy die ze eerder had afgestaan. Ze installeerde zich daar met 40 meisjes die haar in haar christelijke afscheiding volgden. Anderen sloten zich aan en hun aantal groeide in 1740 aan tot 60 personen. Een grotere locatie was nodig en ondanks de tegenstand van de Karmelieten en de Zusters van Hasque, vond Elisabeth Bailly in 1745 twee huizen in de 2 straten verder gelegen Rue des Carmes.
Elisabeth Bailly recupereerde in 1733 vier eerder afgestane huizen in de Rue Saint Rémy die ze eerder had afgestaan. Ze installeerde zich daar met 40 meisjes die haar in haar christelijke afscheiding volgden. Anderen sloten zich aan en hun aantal groeide in 1740 aan tot 60 personen. Een grotere locatie was nodig en ondanks de tegenstand van de Karmelieten en de Zusters van Hasque, vond Elisabeth Bailly in 1745 twee huizen in de 2 straten verder gelegen Rue des Carmes.
ROUTE: → op einde Rue Saint-Remy; ↑ Boulevard d’Avroy oversteken; ← op einde over stoep achter afrastering; ! → na 20 m = steeg rechts van kerk = Rue des Bénédictines; ← op einde steeg; → na 50 m = Rue Trappe; → na 70 m = Rue Rutxhiel;
2714 km Place Saint-Christophe (Jonfosse/Luik) [1187 km] [1150 km]
Begijnhof Saint-Christophe (1224→midden 19e E)
Het grootste begijnhof was Saint-Christophe, dat buiten de stadsmuur lag op de toenmalige andere oever van de Avroy lag, een arm van de Maas, de huidige Boulevards Avroy en Sauvenière. Het begijnhof bezat 30 begijnenhuizen die zich uitspreidden over de straten van de nog huidige bestaande kerk Saint-Christophe. Vanaf 1170 woonde een groep religieus gestemde maagden en weduwen rond het kerkje en hospitaal van Saint-Christophe. Deze vrouwen zouden eerst op verschillende plaatsen in Luik hebben gewoond en door de priester Lambertus le Bègue (†1177) zijn samengebracht rond het kerkje. Daaruit groeide de ‘Béguinage du Saint-Christophe’ (oudste vermelding: 1241). De huidige kerk Saint-Christophe is gebouwd in 1240, 63 jaar na de dood van Lambertus le Bègue. Deze had een eigen visie op het kerkelijk geloof en werd dan ook gezien als een zogenaamde ketter. Zijn visie zou destijds zeker een impact hebben gehad op de geloofsbelijdenis van de begijnenbeweging die zijn opmars maakte vanuit Luik. De Rue Lambert le Bégue en protestantse kerk in die straat zijn eeuwen later naar hem vernoemd.
De stadspoort- en toren ‘Porte/Tour des Bégards’ gaf toegang tot een eiland gevormd door de Avroy en de Sauvenière. In de 14e E werd dit ‘l'Île au béguines’, het begijneneiland, genoemd. In tegenstelling tot de Vlaamse begijnhoven had het begijnhof in de 15e E nog geen omheining. Pas in de 17e E werden alle conventen van Saint-Christophe omsloten door een omheining.
Aanvankelijk bestond het begijnhof Saint-Christophe uit meerdere conventen die verspreid waren in dezelfde wijk. Een lijst uit 1553, spreekt van 80 begijnen die in gegroepeerde conventen leefden op een totaal van 92. Doordat een beek en de Avroy worden gedempt, verdween het begijneneiland en droogde de grond op. Dit betekende dat het begijnhof Saint-Christophe zonder water kwam te zitten. In 1568 brandden 45 huizen af in de Rue Sur-la-Fontaine. De begijnen verlieten de conventen in de Rue Sur-la-Fontaine, de Rue Saint-Christophe, nu Rue Sint-Gilles, en verhuisden naar de Rue Neuve, in de 19e E nogmaals veranderd in Rue de Béguinage en Rue Tirebourse, genoemd naar het toenmalige hospitaal (huidig zwembad in het verlengde van de Place des Béguines). In 1623 werden de conventen ommuurd en voorzien van poorten. Een van de poorten sloot de Rue des Chapelains af. Een ander sloot de Rue de l'Aîtex, de huidige Rue Carlier, die langs het kerkhof liep, af. Dit zijn de huidige 2 toegangswegen tot de kerk Saint-Christophe. De derde moet aan de kant van de Rue Frère-Michel en de toenmalige Rue Tirebourse hebben gestaan. Tussen zonsopgang en zonsondergang werden de poorten op bevel gesloten. In 1680 werden 12 nieuwe huizen gebouwd. In de 18e E werd veel grond afgestaan aan begijntjes die daarop uniforme gebouwen mochten bouwen. Uit zorg voor verfraaiing werden de te oude huizen afgebroken, tussen 1725 en 1760 werden nog eens 15 begijnenhuizen voltooid nabij Tirebourse en Rue Frère-Michel. Het waren kleine huizen, meestal één verdieping hoog, met leien bedekte daken en een kleine voortuin. In 1776 werd het Tirebourse Hospitaal afgebroken en verder in het begijnhof heropgebouwd. Aan dezelfde kant werd een weiland gebruikt om linnen te wassen voor de kerk, het hospitaal en de begijnen. De kerk Saint-Christophe was één van de 4 middeleeuwse kerken van Luik. Dus al voor er sprake was van een begijnhof. Haar huidige uitzicht bekwam ze in de 13e E. In 1792 trokken de Fransen Luik binnen en vestigden zich in de conventen. Het begijnhof moest vervolgens stromatrassen, matrassen, lakens en dekens leveren aan het hospitaal Saint-Laurant. Hierdoor ontsnapt het begijnhof tot 1794 aan de drieste gevolgen van de Franse overheersing. De definitieve overwinning van de Fransen in 1794 betekende alsnog de ontbinding van het begijnhof. Sinds 19 mei 1794 vermeldt geen enkel document nog het bestaan van het begijnhof, ook al bleef het officieel nog tot 1865 zo genoemd. De kerk Saint-Christophe is de enige getuige die rest van het voormalige begijnhof. Het laatste begijnenconvent van Luik werd ontbonden in 1890.
Straatnaam Place des Béguines.
Het grootste begijnhof was Saint-Christophe, dat buiten de stadsmuur lag op de toenmalige andere oever van de Avroy lag, een arm van de Maas, de huidige Boulevards Avroy en Sauvenière. Het begijnhof bezat 30 begijnenhuizen die zich uitspreidden over de straten van de nog huidige bestaande kerk Saint-Christophe. Vanaf 1170 woonde een groep religieus gestemde maagden en weduwen rond het kerkje en hospitaal van Saint-Christophe. Deze vrouwen zouden eerst op verschillende plaatsen in Luik hebben gewoond en door de priester Lambertus le Bègue (†1177) zijn samengebracht rond het kerkje. Daaruit groeide de ‘Béguinage du Saint-Christophe’ (oudste vermelding: 1241). De huidige kerk Saint-Christophe is gebouwd in 1240, 63 jaar na de dood van Lambertus le Bègue. Deze had een eigen visie op het kerkelijk geloof en werd dan ook gezien als een zogenaamde ketter. Zijn visie zou destijds zeker een impact hebben gehad op de geloofsbelijdenis van de begijnenbeweging die zijn opmars maakte vanuit Luik. De Rue Lambert le Bégue en protestantse kerk in die straat zijn eeuwen later naar hem vernoemd.
De stadspoort- en toren ‘Porte/Tour des Bégards’ gaf toegang tot een eiland gevormd door de Avroy en de Sauvenière. In de 14e E werd dit ‘l'Île au béguines’, het begijneneiland, genoemd. In tegenstelling tot de Vlaamse begijnhoven had het begijnhof in de 15e E nog geen omheining. Pas in de 17e E werden alle conventen van Saint-Christophe omsloten door een omheining.
Aanvankelijk bestond het begijnhof Saint-Christophe uit meerdere conventen die verspreid waren in dezelfde wijk. Een lijst uit 1553, spreekt van 80 begijnen die in gegroepeerde conventen leefden op een totaal van 92. Doordat een beek en de Avroy worden gedempt, verdween het begijneneiland en droogde de grond op. Dit betekende dat het begijnhof Saint-Christophe zonder water kwam te zitten. In 1568 brandden 45 huizen af in de Rue Sur-la-Fontaine. De begijnen verlieten de conventen in de Rue Sur-la-Fontaine, de Rue Saint-Christophe, nu Rue Sint-Gilles, en verhuisden naar de Rue Neuve, in de 19e E nogmaals veranderd in Rue de Béguinage en Rue Tirebourse, genoemd naar het toenmalige hospitaal (huidig zwembad in het verlengde van de Place des Béguines). In 1623 werden de conventen ommuurd en voorzien van poorten. Een van de poorten sloot de Rue des Chapelains af. Een ander sloot de Rue de l'Aîtex, de huidige Rue Carlier, die langs het kerkhof liep, af. Dit zijn de huidige 2 toegangswegen tot de kerk Saint-Christophe. De derde moet aan de kant van de Rue Frère-Michel en de toenmalige Rue Tirebourse hebben gestaan. Tussen zonsopgang en zonsondergang werden de poorten op bevel gesloten. In 1680 werden 12 nieuwe huizen gebouwd. In de 18e E werd veel grond afgestaan aan begijntjes die daarop uniforme gebouwen mochten bouwen. Uit zorg voor verfraaiing werden de te oude huizen afgebroken, tussen 1725 en 1760 werden nog eens 15 begijnenhuizen voltooid nabij Tirebourse en Rue Frère-Michel. Het waren kleine huizen, meestal één verdieping hoog, met leien bedekte daken en een kleine voortuin. In 1776 werd het Tirebourse Hospitaal afgebroken en verder in het begijnhof heropgebouwd. Aan dezelfde kant werd een weiland gebruikt om linnen te wassen voor de kerk, het hospitaal en de begijnen. De kerk Saint-Christophe was één van de 4 middeleeuwse kerken van Luik. Dus al voor er sprake was van een begijnhof. Haar huidige uitzicht bekwam ze in de 13e E. In 1792 trokken de Fransen Luik binnen en vestigden zich in de conventen. Het begijnhof moest vervolgens stromatrassen, matrassen, lakens en dekens leveren aan het hospitaal Saint-Laurant. Hierdoor ontsnapt het begijnhof tot 1794 aan de drieste gevolgen van de Franse overheersing. De definitieve overwinning van de Fransen in 1794 betekende alsnog de ontbinding van het begijnhof. Sinds 19 mei 1794 vermeldt geen enkel document nog het bestaan van het begijnhof, ook al bleef het officieel nog tot 1865 zo genoemd. De kerk Saint-Christophe is de enige getuige die rest van het voormalige begijnhof. Het laatste begijnenconvent van Luik werd ontbonden in 1890.
Straatnaam Place des Béguines.