1314 km Eindhoven [732 km]
Eindhoven heeft een moderne uitstraling en wordt gekenmerkt door architectonische hoogstandjes, innovatieve gebouwen en een levendige sfeer. Een bekende attracties in Eindhoven is het Van Abbemuseum, een vooraanstaand museum voor moderne en hedendaagse kunst. Eindhoven staat ook bekend om zijn levendige stadshart met een breed scala aan winkels, restaurants, cafés en bars. Het centrum van de stad biedt een mix van moderne architectuur en historische gebouwen, zoals de Sint-Catharinakerk, een gotische kerk uit de 19e E.
Het Begijnenhof (1490→1567) komt in de archieven van de gemeente Eindhoven al lange tijd voor. Al voor 1685 wordt een halve hof verkocht en in het jaar 1700 wordt in het schepenbankarchief melding gemaakt van "De Bagijnhoff" in de jurisdictie van Eindhoven. In een akte uit 1735 wordt een weide verkocht, die gelegen is aan het Bagijnstraatje. Aan de voorzijde ligt het kerkhof, aan de achterzijde de brandgraaf. Links en rechts liggen Bagijnstraatje en een Brandgraaf (RHCe inv. 1731-305). Deze wei ligt dus tussen de huidige Begijnenhof, de kerk en de Wal. Ook in 1762 wordt een weide, die tot tuin is gemaakt, verkocht door de overleden echtpaar Jan Leenderts van de Kerkhof en Johanna Nettenberg. De Bagijnenstraat ligt aan de voorzijde en de Stadsvest is achter gelegen. Links en rechts liggen het kerkhof en de brandgraaf. Dus ook hier ligt de wei dus tussen de huidige Begijnenhof, de kerk en de Wal. In 1800 wordt de wei weer verkocht en wordt dan de tuin "het velt genaamd Bagijnhoff" genoemd.
De ruimte ten zuiden van het huidige marktterrein, dat aanvankelijk nog buiten de stad lag, werd gebruikt als grafveld. Hierop werd een kerk gebouwd die behoorde tot de Woenselse parochie. De Catharinakerk werd in 1399 tot kapittelkerk verheven. De begrenzing van het terrein werd gevormd door losstaande houten en lemen vakwerkhuizen. In de 13e E komt er een omwalling en vanaf ca. 1350 krijgt de markt een vleeshal, een waag, een lakenhal, een gasthuis en begijnenhof erbij. Waarschijnlijk werd al in de 13e E een stadswal aangelegd met een drietal bakstenen poorten, waarbij een riviertje (de Gender) op de stadsgracht uitkwam.
De naam Begijnenbroek verwijst naar een begijnhof dat in de 15e E bij de Oude Toren lag in de wijk Woensel-Zuid. Van het voormalige begijnhof zijn geen sporen meer te zien.
De ruimte ten zuiden van het huidige marktterrein, dat aanvankelijk nog buiten de stad lag, werd gebruikt als grafveld. Hierop werd een kerk gebouwd die behoorde tot de Woenselse parochie. De Catharinakerk werd in 1399 tot kapittelkerk verheven. De begrenzing van het terrein werd gevormd door losstaande houten en lemen vakwerkhuizen. In de 13e E komt er een omwalling en vanaf ca. 1350 krijgt de markt een vleeshal, een waag, een lakenhal, een gasthuis en begijnenhof erbij. Waarschijnlijk werd al in de 13e E een stadswal aangelegd met een drietal bakstenen poorten, waarbij een riviertje (de Gender) op de stadsgracht uitkwam.
De naam Begijnenbroek verwijst naar een begijnhof dat in de 15e E bij de Oude Toren lag in de wijk Woensel-Zuid. Van het voormalige begijnhof zijn geen sporen meer te zien.
ROUTE: ← na kerk = kerkstraat; ↑ bij verkeerslicht = Grote Berg; → Knptn 90-91-3-4-48-36-49-24-20-23-richting 8;
1340 km Kapel van de Heilige Eik [758 km]
De kapel is gebouwd rondom een oude eikenboom die als heilig werd beschouwd. Volgens de legende zou er in de 14e E een Mariabeeldje in de boom zijn gevonden. Dit leidde in de 15e E tot de oprichting van een kapel op die plek, waar pelgrims naartoe kwamen om te bidden en hulp te vragen. De huidige kapel dateert uit de 19e E en heeft een neogotische stijl. Het interieur is eenvoudig maar sfeervol, met een altaar gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Eik. Jaarlijks trekt de Kapel van de Heilige Eik vele pelgrims en bezoekers, vooral op de Mariafeesten in mei en augustus.
ROUTE: Knptn 8-9-90-86-87-45-88-77-17-16-richting 15; ! ↑ bij spoorwegovergang (niet over spoorweg); ↑ éénrichtingsweg in linkse bocht = Hoogstraat/Pastoor van Beugenstraat;
1358 km Oisterwijk [776 km]
Het ‘Convent van Betlehem’ (1539→1725) lag in Oisterwijk bij ‘s Hertogenbosch. Betlehem was vooreerst een klein begijnhof, rond 1440 ontstaan. In 1531 trad de mystica Maria van Hout als begijn binnen in het begijnhof Bethlehem. Daar behoorde zij samen met een zestal arme, uiterst devote en zeer deugdzame begijnen tot de Oisterwijkse Kring, een gezelschap van begijnen, religieuzen van de Derde Orde van Sint-Franciscus (Catharinenberg) en vrome leken. Zij legden geen openbare geloften af, hadden geen regel en waren noch kerkrechtelijk noch burgerrechtelijk erkend. Maria van Hout schreef in 1531enkele traktaten die indruk maakten op geestelijken van het kartuizerklooster St. Barbara in Keulen. De samenwerking met de Keulse kartuizers leidde tot een hoogtepunt van de Nederlands-Rijnlandse mystiek in het begin van de 16e E. Uit die samenwerking vloeide een gemeenschappelijk project voort tegen de bestrijding van het opkomende protestantisme en voor de hernieuwing van het katholieke geloof. De kartuizers hebben omstreeks 1539 de in Oisterwijk geboren Claes van Esch (Esschius) erop uitgestuurd om de materiële en kerkrechtelijke situatie van de Oisterwijkse vrome vrouwen te regulariseren. Het oude “begijnhof” was toen praktisch onbewoonbaar en daarom kocht hij een huis met een tuin. Het nieuwe begijnhof 'Maagdenhuis Betlehem' was gelegen in het centrum van Oisterwijk, nabij de kerk, pastorij en geestelijke en liefdadige instellingen. Met een oppervlakte van 94 centiare was het huisje met tuin net groot genoeg om zeven tot negen “devote deugdzame maagden” te huisvesten. Esschius, die zichzelf tot de grote hervormer van de begijnhoven had benoemd, bezorgde de Oisterwijkse vrome vrouwen niet alleen een liefdadige stichting, het “Maagdendaal”, hij gaf hen ook dezelfde geestelijke regel die hij geschreven had voor de begijnen in Diest. Maria van Hout werd meesteres (mater) van dit in 1539 geheel vernieuwde Betlehem. In 1945 vertrok Maria van Hout samen met 2 andere begijnen naar Keulen, waar zij in de nabijheid van het kartuizerklooster verbleven. Waar ze op 77 jarige leeftijd op 30 september 1547 overleed.
ROUTE: → met éénrichtingstraat mee 100 m voor rotonde = Begijnhofstraat [Begijnhofhuis aan rechterzijde]; → voor kerk; → op fietspad voor brug = Stroomdalpad; Knptn 31-90-48-66;
1365 km Tilburg [783 km]
ROUTE: Knptn 63-93-92-94-41-36;
Uit geschriften blijkt dat de stichteressen van de “Zusters van Liefde uit Tilburg” in 1832 drie begijnen uit Hoogstraten waren.
1376 km Loonse en Drunense Heide [794 km]
ROUTE: Knptn 32-22-20-19-17-45-16-13-48-29-28-5-3-30-6-50-34-22-91-78-20-80-richting 47; ! → bij Waalse kerk, 150 m na verkeerslichten = Begijnhof;
1420 km Breda [838 km]
Het centrum van de stad heeft prachtige middeleeuwse architectuur, smalle straatjes en gezellige pleinen. Een van de meest opvallende bezienswaardigheden is de Grote Kerk, ook wel de Onze-Lieve-Vrouwekerk genoemd. Het Kasteel van Breda diende oorspronkelijk als residentie voor de Nassau-familie, een van de meest invloedrijke adellijke families in Europa.
Sint-Catharinabegijnhof (1267→1990 = laatste begijn→...)
Bij charter van 22 maart 1267 gaf Henricus V van Schoten, Heer van Breda, aan de begijnen de grond waarop zij woonden in volle eigendom. De woonplaats van deze begijnen lag op het huidige plein tussen het kasteel en de cadettenflat Prins Bernard Paviljoen. In 1480 stonden op dat eerste begijnhof 16 huizen, bewoond door 37 begijnen en waarschijnlijk een infirmerie.
Het huidige begijnhof Breda staat sinds 1531 onder bescherming van het geslacht van de Nassau’s. De band tussen het Begijnhof en het gravenhuis Nassau dateert vanaf 1 augustus 1403, zijnde de dag waarop in Breda Engelbrecht I graaf van Nassau Dillenburg in het huwelijk trad met de 11-jarige Johanna van Polanen, erfdochter van onder meer de Heerlijkheid Breda. De relatie tussen Breda en de Nassau’s werd in de daaropvolgende jaren zeer nauw. De Nassau’s groeiden als trouwe dienaren van de bourgondische hertogen in de loop van de 15e E uit tot één van de voornaamste adellijke families in de Nederlanden.
Hendrik III, graaf van Nassau en heer van Breda, wilde op enig moment de oude burcht van Jan van Polanen verbouwen en vergroten. Het oude begijnhof op het huidige kasteelplein stond daarvoor in de weg en vormde in oorlogstijd bovendien een zwakke plek in de verdediging. Onderhandelingen in 1527 tussen vertegenwoordigers van graaf Hendrik III en de begijnen leidden uiteindelijk tot verplaatsing van het begijnhof naar het oostelijk deel van de Valkenberg, de plaats waar het Begijnhof zich nu nog bevindt. Dit terrein lag nabij de Sint Wendelinuskapel, waarvan de begijnen gebruik maakten. In 1535 verhuisden de begijnen naar de nieuwe locatie.
In 1544, ging zijn bezit over op de neef uit de Duitse tak van de Nassau’s, zijnde Willem van Oranje, die op 24 augustus 1544 voor het eerst in Breda verscheen. In het begin van de 20e E kreeg de begijnengemeenschap het moeilijk. Nieuwe novicen bleven uit waardoor de leegstaande woningen verhuurd werden aan alleenstaande dames of weduwen, de zogenaamde ´buitenpoorters´. De laatste Nederlandse begijn, Cornelia Catharina Frijters overleed op Goede Vrijdag 13 april 1990. Het hof zelf is in de jaren ’70 volledig gerestaureerd. De historische begijnenwoningen worden nog altijd verhuurd aan alleenstaande dames.
Bij charter van 22 maart 1267 gaf Henricus V van Schoten, Heer van Breda, aan de begijnen de grond waarop zij woonden in volle eigendom. De woonplaats van deze begijnen lag op het huidige plein tussen het kasteel en de cadettenflat Prins Bernard Paviljoen. In 1480 stonden op dat eerste begijnhof 16 huizen, bewoond door 37 begijnen en waarschijnlijk een infirmerie.
Het huidige begijnhof Breda staat sinds 1531 onder bescherming van het geslacht van de Nassau’s. De band tussen het Begijnhof en het gravenhuis Nassau dateert vanaf 1 augustus 1403, zijnde de dag waarop in Breda Engelbrecht I graaf van Nassau Dillenburg in het huwelijk trad met de 11-jarige Johanna van Polanen, erfdochter van onder meer de Heerlijkheid Breda. De relatie tussen Breda en de Nassau’s werd in de daaropvolgende jaren zeer nauw. De Nassau’s groeiden als trouwe dienaren van de bourgondische hertogen in de loop van de 15e E uit tot één van de voornaamste adellijke families in de Nederlanden.
Hendrik III, graaf van Nassau en heer van Breda, wilde op enig moment de oude burcht van Jan van Polanen verbouwen en vergroten. Het oude begijnhof op het huidige kasteelplein stond daarvoor in de weg en vormde in oorlogstijd bovendien een zwakke plek in de verdediging. Onderhandelingen in 1527 tussen vertegenwoordigers van graaf Hendrik III en de begijnen leidden uiteindelijk tot verplaatsing van het begijnhof naar het oostelijk deel van de Valkenberg, de plaats waar het Begijnhof zich nu nog bevindt. Dit terrein lag nabij de Sint Wendelinuskapel, waarvan de begijnen gebruik maakten. In 1535 verhuisden de begijnen naar de nieuwe locatie.
In 1544, ging zijn bezit over op de neef uit de Duitse tak van de Nassau’s, zijnde Willem van Oranje, die op 24 augustus 1544 voor het eerst in Breda verscheen. In het begin van de 20e E kreeg de begijnengemeenschap het moeilijk. Nieuwe novicen bleven uit waardoor de leegstaande woningen verhuurd werden aan alleenstaande dames of weduwen, de zogenaamde ´buitenpoorters´. De laatste Nederlandse begijn, Cornelia Catharina Frijters overleed op Goede Vrijdag 13 april 1990. Het hof zelf is in de jaren ’70 volledig gerestaureerd. De historische begijnenwoningen worden nog altijd verhuurd aan alleenstaande dames.
ROUTE: Knptn 47-33-30-31-32-29-22-20-27-5-richting 83;
1434 km Kasteel Bouvinge [852 km]
ROUTE: Knptn 83-36-41-43;
1444 Grens Nederland/België [862 km]
ROUTE: Knptn 31-14-13-21-28-53;← oversteken bij zebrapad; → aan overzijde verkeersweg; ← na 30 m = Begijnhof;
1460 km Hoogstraten [878 km]
Het historische centrum van de stad is goed bewaard gebleven en heeft prachtige architectuur, waaronder oude huizen, kerken en het stadhuis. Een van de opvallendste gebouwen is de gotische Sint-Katharinakerk, met zijn imposante toren en prachtige interieur.
Begijnhof Sint-Johannes de Doper (1381→1972 laatste begijn→...)
Bestaat uit 36 huisjes, een schuur en een barokke driebeukige begijnhofkerk. In 1992 besliste een aantal inwoners van Hoogstraten het hof te restaureren. Sinds 1997 is het begijnhof opnieuw volledig bewoond.
Bestaat uit 36 huisjes, een schuur en een barokke driebeukige begijnhofkerk. In 1992 besliste een aantal inwoners van Hoogstraten het hof te restaureren. Sinds 1997 is het begijnhof opnieuw volledig bewoond.
ROUTE: Knptn 53-52-11-12-99;
1466 km Wortel-Kolonie [884 km]
ROUTE: Knptn 10-34-30-richting 31; ! → na bedrijventerrein aan linkerkant in de Vaartstraat = Veldenbergstraat; ← woonwijk = Schuivenoord; → 90° bocht = Begijnenhei;
1471 km Merksplas-Kolonie [889 km]
Straatnaam Begijnenhei.
ROUTE: → Rozenhofstraat; → op einde = De Pot; ! ← tegelpad 30 m voor einde straat; → fietspad langs Veldenbergstraat terug naar Vaartstraat; → Knptn 31-07-13-02-01-45; ← op Y-splitsing met watertoren = Warandestraat; ← na bushaltes bij Warandepark; → voor kasteel; ← op einde; → voor kasteelbrug;
1488 km Turnhout [906 km]
Turnhout staat bekend als de "Speelkaartenstad" van België, vanwege de lange traditie van speelkaartenproductie in de stad. Het belfort van Turnhout, dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, is een van de belangrijkste bezienswaardigheden. Dit middeleeuwse gebouw torent hoog boven de stad uit en biedt een prachtig uitzicht over de omgeving.
|
Sint-Catharinabegijnhof (1340→1998 = laatste begijn→…)
Het goed bewaarde begijnhof, ontstaan rond 1300, betreedt je via een monumentaal poortgebouw. Het langwerpig pleinbegijnhof werd vanaf de 14e E op de gronden van het kasteel uitgebouwd tot een ommuurd stadje waar in 1683 in 86 huisjes 344 begijnen woonden. De karakteristieke begijnenhuisjes, de Heilig-Kruiskerk, de Calvariekapel, de binnenkoer van de infirmerie, de tuinen en het begijnhofmuseum sieren de site. De laatste begijn, grootjuffrouw Anna De Boer, overleed in 2002. Er is een museum waar men meer over de begijnencultuur te weten kan komen.
Straatnamen Begijnendreef; Begijnenstraat; Korte Begijnenstraat.
Het goed bewaarde begijnhof, ontstaan rond 1300, betreedt je via een monumentaal poortgebouw. Het langwerpig pleinbegijnhof werd vanaf de 14e E op de gronden van het kasteel uitgebouwd tot een ommuurd stadje waar in 1683 in 86 huisjes 344 begijnen woonden. De karakteristieke begijnenhuisjes, de Heilig-Kruiskerk, de Calvariekapel, de binnenkoer van de infirmerie, de tuinen en het begijnhofmuseum sieren de site. De laatste begijn, grootjuffrouw Anna De Boer, overleed in 2002. Er is een museum waar men meer over de begijnencultuur te weten kan komen.
Straatnamen Begijnendreef; Begijnenstraat; Korte Begijnenstraat.
ROUTE: ← op einde = Begijnenstraat; ! ← door Begijnhofpoort tegenover straat linksaf = Begijnhof; ↑ bij buitenrijden Begijnhofpoort = Korte Begijnenstraat; → op einde; → na kerk; ← na 40 m bij fontein = Herentalsstraat; Knptn 46-richting 62;
1494 km Oud-Turnhout [912 km]
ROUTE: Knptn 62-richting 47;
1495 km Straatnaam Begijnenhoefstraat [913 km]
ROUTE: Knptn 47-20-64-21-22-91-92-93-richting 11;
1511 km Brasel [929 km]
1533 km Lommelse Sahara [951 km]
ROUTE: Knptn 224-230-227-228-221-220-241-richting 245; ! → op einde spoorwegfietspad na station Pelt en kruisen spoorweg; ← na 20 m = Donkerstraat; → na 10 m; ← na 100 m = Magdaleentjeshof; → na 70 m = Juffrouwkensveld; ↑ = Begijnenbroek;
1552 km Overpelt [970 km]
ROUTE: → bij oorlogsmonument = Houtmolenstraat; ↑ Ringlaan oversteken bij verkeerslichten; ← na spoorwegovergang = Heggestraat; ← onder brug door; Knptn 253-254-255-272;
1567 km Fietsbelevenis ‘Fietsen door de bomen’ [985 km]
ROUTE: Knptn 257-258-515-516-517; ! → bij knpt 517 = grindweg richting Begijnenvijvers; ← na 350 m = grindweg richting Begijnenvijvers = Begijnenstraat; ← grindweg naar Visvijvercafé ‘Het Begijntje’;
1580 km Eksel [992 km]
Begijnenvijver en Straatnaam Begijnenstraat.
ROUTE: ↑ bij visvijvercafé; ↑ op einde vijver = bospad; → op spoorwegroute; Knptn 274-273-539-richting 538;
1588 km Brouwerij Ter Dolen [1006 km]
ROUTE: Knpt richting 538 = Bosstraat; ! ↑ Bosstraat aanhouden;
1589 km Helchteren [1007 km]
Straatnaam Begijnenplein.
ROUTE: → op einde Bosstraat = fietsstrook op hoofdverkeersweg; ↑ hoofdverkeersweg oversteken bij verkeerslichten; → na 100 m = Toekomststraat; → op rotonde = Toekomststraat; ← op driehoekige rotonde; → Knptn 309-308-307-518;
1600 km Koersels Kapelleke [1018 km]
Een man met de naam Swartelbroeke was in 1826 verdwaald op de heide en had niets te drinken meer, zodat hij dreigde te sterven. Hij riep de Heilige Maria aan en daar ontsprong een bron. Toen hij daarvan dronk was hij weer kerngezond. Uit dankbaarheid plaatste hij een staak met een Mariabeeld, dat sindsdien Onze Lieve Vrouwe aan de Staak of Onze Lieve Vrouwe bij 't Fonteintje werd genoemd. Zo ontstond de bedevaart.
ROUTE: Knptn 310-314-richting 503;
|
1611 km B-Mine Beringen [1029 km]
ROUTE: Knptn 503-345- richting 330;
1619 km Paalse Plas [1028 km]
ROUTE: Knptn 330-332-336-richitng 561;
1632 km Tessenderlo [1050 km]
1640 km Bosmuseum Gerhagen [1058 km]
ROUTE: Knptn 331-84-85-31-32-33-88; → richting 89; → na 100 m richting 89; → na 20 m = smalle kasseienstraat door Begijnhofpoort naar Begijnhof;
1653 km Diest [1071 km]
Sint-Catharinabegijnhof (1245→1928 = laatste begijn→...)
In Diest vestigden de eerste begijnen zich waarschijnlijk kort na de verlening van de stadsrechten in 1229. Zij woonden min of meer gegroepeerd in de buurt van het huidige Sint-Jansveld. In 1246 startte men met de bouw van een begijnhof van het stadstype, gelegen in het noordoosten van de oude binnenstad achter een monumentale poort aan het eind van de Begijnenstraat. Het is in zijn oorspronkelijke vorm uitstekend bewaard. Typisch zijn de talrijke barokke deuromlijstingen en heiligennissen.
In Diest vestigden de eerste begijnen zich waarschijnlijk kort na de verlening van de stadsrechten in 1229. Zij woonden min of meer gegroepeerd in de buurt van het huidige Sint-Jansveld. In 1246 startte men met de bouw van een begijnhof van het stadstype, gelegen in het noordoosten van de oude binnenstad achter een monumentale poort aan het eind van de Begijnenstraat. Het is in zijn oorspronkelijke vorm uitstekend bewaard. Typisch zijn de talrijke barokke deuromlijstingen en heiligennissen.
ROUTE: ← achter Begijnhofpoort = Engelen Conventstraat [begijnenpopjes in venstertje]; ↑ rechts van begijnhofkerk; ← rond kerk = begijnenbeelden; → Begijnhof verlaten door begijnenpoort; Knptn 89-richting 92; ! ↑ op kruispunt na Grote Markt = Botermarkt tegen éénrichtingsverkeer in; ← op volgend kruispunt = Wolvenstraat; → op einde voor stadspark ‘De Waranda’ = Sint-Janstraat; ← na 250 m = doodlopende kasseienstraat voor parking; ↑ doodlopend straatje achter de Sint-Jansruïne; ↑ ring oversteken op einde; ← op fietspad aan overzijde ring; → na 30 m = verhard pad over plein en tussen 2 vijvers door; → na vijvers voor ingang recreatiedomein ‘De Halve Maan’; → op einde (Knpt 34 gaat hier naar links); ↑ bij begraafplaats; ↑ hoofdverkeersweg oversteken via fietsoversteek = Bevrijdingsstraat; → op kruispunt = Montgommerystraat; ↑ na 30 m = brug over Begijnebeek [naamvermelding op brug];
1657 km Begijnebeek [1075 km]ROUTE: ← Emile Vanderveldstraat; ← Kloosterbergstraat; ↑ na 20 m = brug over Begijnebeek [naamvermelding op brug]; ! → na 600 m in rechtse bocht = Steenweg op Papenbroek; → op einde = Reustraat; knptn 38-91-92-93; ← bij knpt 93 = Rozenkransweg tegen éénrichtingsverkeer in;
|
1670 km Scherpenheuvel [1088 km]
Grootste bedevaartplaats van Vlaanderen.
Tussen Zichem en Diest stond in de middeleeuwen op een heuveltop een eik in kruisvorm. Een vrome man hing toen een Mariabeeldje aan de eik waar vele mensen kwamen bidden. Toen een knecht van een herder het beeldje wilde meenemen, werd die volgens de legende aan de grond genageld tot een bezoeker het beeldje terug aan de boom hing. In 1602 timmerde men voor de eik een houten kapel en in 1604 als dank voor de verdrijving van de calvinisten uit de Zuidelijke Nederlanden werd de huidige Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel gebouwd.
Tussen Zichem en Diest stond in de middeleeuwen op een heuveltop een eik in kruisvorm. Een vrome man hing toen een Mariabeeldje aan de eik waar vele mensen kwamen bidden. Toen een knecht van een herder het beeldje wilde meenemen, werd die volgens de legende aan de grond genageld tot een bezoeker het beeldje terug aan de boom hing. In 1602 timmerde men voor de eik een houten kapel en in 1604 als dank voor de verdrijving van de calvinisten uit de Zuidelijke Nederlanden werd de huidige Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel gebouwd.
ROUTE: ← voor Basiliek = doodlopende weg; ↑ weg volledig rond Basiliek volgen; ← Rozenkransweg; Knptn 93-richting 59; ! ← net voor samenloop van spoorwegfietspad met asfaltweg = langs voetbalveld richting centrum Zichem tegen éénrichtingsverkeer in; ← op kruispunt = straatje langs achterkant huizen; → op einde = hoofdweg met fietsstroken; ← na 150 m = Ter Elzen; [In de bocht in het midden van deze straat zien we resten van het Elzenklooster op de plek van het voormalige begijnhof].
1673 km Zichem [1091 km]
De stad is de geboorteplaats van de Vlaamse schrijver Ernest Claes, die bekend staat om zijn roman "De Witte". Het boek speelt zich af in Zichem en beschrijft het leven en de avonturen van een jongen in een landelijk Vlaams dorp.
Elzenklooster (1360→1474)
Zichem telde ook een begijnhof, dat pas in 1360 werd opgericht. In 1468 kwam er een kloostergemeenschap wonen die de regel van Sint-Franciscus volgde. In 1474 werden de zusters, zoals in Maaseik, reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus. Het betekende de teloorgang van het Zichemse begijnhof dat omgevormd werd tot een nonnenklooster, het Elzenklooster.
Zichem telde ook een begijnhof, dat pas in 1360 werd opgericht. In 1468 kwam er een kloostergemeenschap wonen die de regel van Sint-Franciscus volgde. In 1474 werden de zusters, zoals in Maaseik, reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus. Het betekende de teloorgang van het Zichemse begijnhof dat omgevormd werd tot een nonnenklooster, het Elzenklooster.
ROUTE: ↑ hoofdverkeersweg oversteken op einde van straat bij kerk = Pater Beckxstraat; ↑ op kruispunt op einde kerk; → langs kiosk op rechthoekig grasveld; ← op einde grasveld; → Knpt 59;
1674 km Maagdentoren [1092 km]
De Maagdentoren dateert uit de 13e eeuw en was oorspronkelijk een verdedigingstoren die de stad Zichem beschermde. De Maagdentoren is vereeuwigd in het werk "De Witte" van Ernest Claes. In het boek speelt de toren een prominente rol in de avonturen van de hoofdpersonages.
ROUTE: Knptn 58-richting 83;
|
1679 km Abdij van Averbode [1097 km]
De Abdij van Averbode werd in 1134 gesticht op initiatief van Arnold II, graaf van Loon. De nu verdwenen Sint-Michielsabdij in Antwerpen wordt als haar moederklooster beschouwd. Het is een abdij van de premonstratenzers, ook norbertijnen of witheren genoemd.
ROUTE: Knptn 17-88-84;
1690 km Westerlo [1102 km]
Kasteel de Merode en kasteel van Gravin Jeanne de Merode.
ROUTE: Knptn 83-81;
1692 km Abdij van Tongerlo [1104 km]
De oorsprong van de Abdij van Tongerlo gaat terug tot de 12e E, toen het werd gesticht door Norbertijnenmonniken. Het klooster groeide uit tot een belangrijk religieus centrum en speelde een rol in het verspreiden van het christendom in de regio. De gotische Abdijkerk van Tongerlo dateert uit de 17e E en herbergt enkele indrukwekkende kunstwerken, waaronder de meest getrouwe en mooiste replica van het beroemde schilderij "Het Laatste Avondmaal" van Leonardo da Vinci.
ROUTE: Knptn 82-30-40-49-10-16-09-81-richting 80; ! ↑ na asfaltpad = grindpad naar links op rand van begraafplaats (knpt 80 gaat volgt hier het grindpad over het kerkhof); ← op einde pad = fietspad langs straat; → bij wit kapelletje = fietspad langs weg éénrichtingsverkeer; → na 50 m = fietspad langs weg; → na 70 m voor woonwijk; ← na 200 m = Dornik;
1709 km Geel [1117 km]
Door de aanleg van het binnenplein heeft het woonproject Dornik de allure van een begijnhof. De architecten lieten zich inspireren door de sfeervolle binnenhoven van vroegere begijnhoven.
ROUTE: → na 200 m = Fien Geerinckxstraat; → na 140 m = Verbueckenstraat; → op einde; → op einde = weg met fietsstroken; ← na 80 m richting centrum; Knpt 80-79-01-23-13-richting 12; ! ↑ bij jachthaven Herentals = fietspad dat zich van kanaal verwijderd; ↑ op rotonde = fietspad langs brede Augustijnenlaan; ! → halfverharde dreef 100 m na volgende rotonde; ↑ bij kruising van paden; ← op asfaltstraat op einde; ! ← na 50 m = door Begijnhofpoort naar Begijnhof;
1725 km Herentals [1143 km]
De Grote Markt is het centrale plein van Herentals en is omringd door prachtige oude huizen en het Stadhuis, een imposant gebouw uit de 16e E. Een van de belangrijkste bezienswaardigheden in Herentals is de Sint-Waldetrudiskerk, een gotische kerk met een opvallende toren. Het interieur van de kerk is prachtig versierd met religieuze kunstwerken en glas-in-loodramen.
Het begijnhof uit 1256 bestaat uit één enkele straat, waarlangs een park gelegen is, met daarin de begijnhofkerk. Slechts enkele huizen ervan zijn gerestaureerd. Het laatste begijntje, Maria Verboven overleed in 1996.
ROUTE: Knptn 91-12-60-43-66-65-68-80-richting 83; ↑ na 300 m = Korenhoeve; → op einde = Biezenstraat; ← op fietspad langs voorrangsweg; ← na brugje over de Wimp = Vlasland; → na 170 m = Begijnenland;
1743 km Zoerle-Parwijs [1161 km]
Straatnaam Begijnenland.
ROUTE: ↑ = Sint-Barbarastraat; → op betonweg = Vijfhuizenstraat; ! ↑ asfaltwegje in linkse bocht = Vijfhuizenstraat; ! → bij fietsoversteek hoofdweg oversteken = Oude Zoerlebaan; Knptn 85-94-07-12-59-60 [het bospad langs de Vennebeek net voor knpt 60 noemt het Begijnenpad]-richting 50;
|
1763 km Begijnendijk [1181 km]
Begijnendijkbospad en straatnaam Begijnendreef.
Standbeeld De Begijn.
Standbeeld De Begijn.
1772 km Aarschot [1190 km]
ROUTE: ! ← op betonweg in woonwijk; ↑ = Begijnendreef; ← = Begijnendreef; → op einde = Kerkstraat; ← op einde; ↑ na 20 m bij standbeeld ‘De Begijn’; ← richting Aarschot; ! → 50 m; Knptn 50-49-09-10-15-richting 51; ! ↑ door poort bij Hertogenmolens op Demer in Aarschot = Begijnhof;
Begijnhof Sint-Jozef / O.L.V.begijnhof (1259→1856 laatste begijn→...)
Het begijnhof van Aarschot ontstond circa 1259, toen Hendrik III van Brabant en Aleydis van Bourgondië een grondstuk schonk voor de oprichting van een nieuw begijnhof aan de Demer, in de buurt van de ‘Hertogenmolens’ ten westen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. In 1543 werd, op het huis de "Zeven Weeën" na, het gehele begijnhof vernield door brand. Ruim 100 jaar later werd er pas begonnen aan de heropbouw.
Het begijnhof van Aarschot ontstond circa 1259, toen Hendrik III van Brabant en Aleydis van Bourgondië een grondstuk schonk voor de oprichting van een nieuw begijnhof aan de Demer, in de buurt van de ‘Hertogenmolens’ ten westen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. In 1543 werd, op het huis de "Zeven Weeën" na, het gehele begijnhof vernield door brand. Ruim 100 jaar later werd er pas begonnen aan de heropbouw.
ROUTE: ↑ voorrangsweg oversteken door begijnhofpoort = Begijnhof; → op voorrangsweg na begijnhofpoort op einde begijnhof; → na brug over Demer; Knptn 51-89-04-07-06-05; ← na 100 m = Begijnenbosweg richting 24;
1782 km Straatnaam Begijnenbosweg [1200 km]
ROUTE: Knptn 24-73-richting 75;
1791 km Vlooybergtoren [1209 km]
De Vlooybergtoren is een moderne uitkijktoren die in 2013 werd gebouwd. Het ontwerp is een roestige stalen structuur van een trap in het ledige.
ROUTE: Knptn 27-95-47-[na het gehucht Muggenberg fietsen we even langs de Begijnebeek]-79-79-71-32-31-richting 30; ! ↑ Tiensesteenweg oversteken bij kerk Binkom = Kerkstraat;
|
1809 km Binkom [1227 km]
ROUTE: → na poort op einde Kerkstraat = halfverharde weg;
1811 km Straatnaam Begijnenbosweg [1229 km]
ROUTE: Knptn 21-22-96-97-98-65;
1822 km Kasteel van Horst [1240 km]
Het kasteel van Horst, het fictieve kasteel van de stripheld de Rode Ridder, is goed bewaard gebleven en is nog omgeven door de traditionele slotgracht annex vijver. Het gerestaureerde koetshuis is verbouwd tot taverne.
ROUTE: Knptn 43-42-82-richting 81;
1829 km Holsbeek [1247 km]
ROUTE: ! ← na kerk Holsbeek = Burgemeestersstraat; ← op einde; → fietsstrook langs voorrangsweg; → na 30 m = Meersberg; → op Y-splitsing = Meersberg; ! → half verharde bosweg bij eerste huizen = Hazepad; ↑ half verharde bosweg = Smokkelweg; → op kruispunt van boswegen = Verbrandenbos [de bosweg rechtdoor noemt de Begijnenberg die steil naar beneden gaat naar Beneden-Kessel];
1831 km Bosweg Begijnenberg [1249 km]
ROUTE: → na 250 m = bosweg blijven volgen; ← op halfverharde weg met 2 betonstroken; ← op Y-splitsing; ← na 20 m = asfaltwegje; ! → na 100 m bij huizen = IJzersteenpad [we fietsen door het Begijnenbos];
1833 km Parking Kesselberg [1251 km]
Speelbos Begijnenbos.
ROUTE: ↑ naar beneden = Koningsstraat; → op einde = Bergstraat; ! ← asfaltpad na 400 m = Kesselbergpad; ← op einde pad; → na 20 m = Schoolbergenstraat; → na 300 m = Alberdingk Thymlaan;
1835 km Abdij van Vlierbeek [1253 km]
ROUTE: Knptn 5-80-33-12-richting 7; ! → na kanaalkom Leuven, Sluispark en brug over Dijle = Klein Begijnhof; ← na 70 m = Klein Begijnhof;
1838 km Leuven Klein Begijnhof [1256 km]
Het Klein Begijnhof (1295→1855 = laatste begijn→...), bij de Sint-Geertruikerk, is van voor 1295 en was lange tijd afhankelijk van de Sint-Geertruiabdij. Na een 8-jarige sluiting van het hof in 1798 keerden de begijnen in 1806 terug. De laatste begijn Joanna Hensmans stierf er in 1855. Door uitbreiding van de brouwerij van Leuven werden huizen, kapel en toegangspoort gesloopt. Een straatje met overwegend huizen uit de 17e E is behouden. Vandaag resten er nog een dertigtal huizen, overwegend uit de 17e E in traditionele Vlaamse stijl. Ongeveer de helft van de huisjes werd in 2005 aan particulieren verkocht. De rest wordt door het OCMW verhuurd.
ROUTE: → voor Sint-Geertruikerk op einde Klein Begijnhof; knptn 7-10;
1840 km Grote Markt Leuven [1258 km]
Een van de meest iconische bezienswaardigheden van Leuven is de gotische Sint-Pieterskerk, die hoog boven de stad uittorent. Het stadhuis van Leuven, een prachtig gotisch gebouw, bevindt zich op de Grote Markt en is een van de bekendste en meest opvallende gebouwen in de stad. Imposant is ook de universiteitsbibliotheek. Het M-Museum herbergt een indrukwekkende collectie kunstwerken, variërend van oude meesters tot hedendaagse kunst. De Oude Markt is beroemd en berucht om zijn vele studentencafés.
ROUTE: Knpt richting 74; ← voor Groot Begijnhof = Zwartzustersstraat; → Groot Begijnhof binnenrijden = Benedenstraat; ← voor muur; → op einde; ↑ naar Sint-Jan de Doperkerk;
1841 km Leuven Groot begijnhof [1259 km]
Het Groot Begijnhof van Leuven, het oudste begijnhof dat gesticht werd voor 1232, is één van de grootste van de Nederlanden. Het is een typisch stadsbegijnhof waar de huizen gegroepeerd zijn langsheen straten. Het merendeel van de huizen dateert uit de periode 1630-1670, een vijftal huizen dateren uit de 16e E. H. Ze werden opgetrokken in streekeigen traditionele architectuur uit warm rood gekleurde bakstenen, natuurstenen kruiskozijnen voor de vensters en natuurstenen deuromlijstingen. Typisch zijn de talrijke dakkapellen met rondboogvensters. De Dijle die dwars doorheen het begijnhof stroomt, splitst er in twee armen. In 1962 verkocht de Commissie van Openbare Onderstand (nu het OCMW) het hele complex met uitzondering van de Sint-Jan-de-Doperkerk aan de KU Leuven. Het begijnhof biedt vandaag onderdak aan universitaire diensten 450 bewoners waaronder gastprofessoren, medewerkers en studenten. De laatste begijn Julia Wielandt overleed in 1988.
Ida van Leuven (ca. 1211 → † 1290) was afkomstig uit Leuven, waar haar vader een bloeiende wijnhandel bezat. Vanaf 18 jaar begon zij een leven van boete en gebed te leiden. Zij wilde niet meer thuis wonen en bouwde zich een armoedig hutje tegen de buitenwand van haar ouderlijk huis. Hier kreeg ze stigmata, zichtbare wonden op die delen van het lichaam waar Jezus voorafgaand aan zijn kruisdood werd verwond en ook wel "kruiswonden” of “de wondtekenen Gods” genoemd. Het was volgens de katholieke overlevering een zichtbaar teken dat iemand één was geworden met Christus, in diens lijden en sterven. Zij probeerde de littekens die dat gaf, verborgen te houden, maar ze leed zichtbaar soms heftige pijn. Haar ouders en familie schaamden zich dood, en probeerden haar met getreiter en kleinerende opmerkingen tot andere gedachten te brengen. Haar stadgenoten maakten zich vrolijk over de hele situatie. Uiteindelijk trad zij toe tot de cisterciënzerinnen van abdij Roosendaal bij Mechelen waar zij leefde in gebed. Zij maakte op haar omgeving zo een indruk dat zij volgens de overlevering straalde van heiligheid, zozeer dat ze 's nachts zonder verlichting zelfs kon lezen of handwerken. Ida van Leuven wordt in de betreffende literatuur vaak vermeld naast Ida van (Zout)leeuw en Ida van Nijvel. Deze drie cisterciënzerinnen uit de 13de eeuw hebben toendertijd geschiedenis geschreven door hun geloof in de eucharistie als mystiek sacrament.
Ida van Leuven (ca. 1211 → † 1290) was afkomstig uit Leuven, waar haar vader een bloeiende wijnhandel bezat. Vanaf 18 jaar begon zij een leven van boete en gebed te leiden. Zij wilde niet meer thuis wonen en bouwde zich een armoedig hutje tegen de buitenwand van haar ouderlijk huis. Hier kreeg ze stigmata, zichtbare wonden op die delen van het lichaam waar Jezus voorafgaand aan zijn kruisdood werd verwond en ook wel "kruiswonden” of “de wondtekenen Gods” genoemd. Het was volgens de katholieke overlevering een zichtbaar teken dat iemand één was geworden met Christus, in diens lijden en sterven. Zij probeerde de littekens die dat gaf, verborgen te houden, maar ze leed zichtbaar soms heftige pijn. Haar ouders en familie schaamden zich dood, en probeerden haar met getreiter en kleinerende opmerkingen tot andere gedachten te brengen. Haar stadgenoten maakten zich vrolijk over de hele situatie. Uiteindelijk trad zij toe tot de cisterciënzerinnen van abdij Roosendaal bij Mechelen waar zij leefde in gebed. Zij maakte op haar omgeving zo een indruk dat zij volgens de overlevering straalde van heiligheid, zozeer dat ze 's nachts zonder verlichting zelfs kon lezen of handwerken. Ida van Leuven wordt in de betreffende literatuur vaak vermeld naast Ida van (Zout)leeuw en Ida van Nijvel. Deze drie cisterciënzerinnen uit de 13de eeuw hebben toendertijd geschiedenis geschreven door hun geloof in de eucharistie als mystiek sacrament.