646 km voetgangersbrug Hoge Brug Maastricht [64 km]
656 km Kasteel Sint-Gerlach en Sint-Gerlachuskerk [74 km]
Volgens de legende was Gerlach een ridder uit de 12e E die een roekeloos en werelds leven leidde. Op een dag, tijdens een jachtpartij, raakte hij verdwaald in de bossen van Houthem. Terwijl hij daar ronddwaalde, kwam hij een mysterieuze heremiet tegen die in een afgelegen grot leefde. De heremiet voorspelde dat hij een nieuw pad zou vinden naar spirituele verlichting. Geraakt door deze woorden besloot Gerlach zijn leven om te gooien. Hij verliet zijn ridderlijke status, verdeelde zijn bezittingen onder de armen en trok zich terug in de eenzaamheid van de Sint-Gerlachsgrot, gelegen op de hellingen van de Cauberg. Hij verrichtte vele goede daden en werd bekend om zijn heiligheid en wonderen. Na verloop van tijd trokken steeds meer mensen naar de grot om Gerlach te zien en zijn zegen te ontvangen. Na zijn dood werd Gerlach als heilige vereerd en ontstond er een pelgrimsoord rondom zijn graf. Op de plaats van zijn verblijf werd een kapel gebouwd, die later werd vervangen door de Sint-Gerlachuskerk.
|
ROUTE: Knptn 40-60-39;
658 km Valkenburg [76 km]
Gelegen op een heuveltop, torent de kasteelruïne van Valkenburg hoog boven de stad uit. Dit imposante middeleeuwse kasteel werd oorspronkelijk gebouwd in de 12e E. Tegenwoordig zijn er nog overblijfselen te zien van de kasteelmuren, torens en ondergrondse gangen. De Grendelpoort is een historische stadspoort die dateert uit de 14e eeuw. Het is een van de twee overgebleven stadspoorten van Valkenburg en diende oorspronkelijk als toegang tot de stad. De poort is voorzien van een indrukwekkende verdedigingstoren. Het historische centrum van Valkenburg is gevuld met schilderachtige straatjes, oude vakwerkhuizen en gezellige pleinen.
ROUTE: Knpt richting 59;
661 km Kasteel Schaloen [79 km]
Het oorspronkelijke kasteel werd gebouwd in de middeleeuwen en diende als een verdedigingsfort. Door de eeuwen heen is het kasteel meerdere malen verbouwd en uitgebreid. Tegenwoordig toont Kasteel Schaloen een combinatie van middeleeuwse, Renaissance- en barokelementen in zijn architectuur.
ROUTE: Knptn 59-58-richting 85;
|
667 km Wijlre [85 km]
De geschiedenis van de Brand bierbrouwerij gaat terug tot 1340 en is één van de oudste nog actieve brouwerijen in Nederland.
Het oorspronkelijke kasteel werd gebouwd in de 17e E en diende als een verdedigingsfort. Het huidige uiterlijk van Kasteel Wijlre is het resultaat van een grote renovatie in de 18e E. Het kasteel wordt gekenmerkt door zijn prachtige classicistische stijl. Het schilderachtig park van Kasteel Wijlre is bekend om zijn landschappelijke schoonheid met heeft formele tuinen, vijvers en kronkelende paden.
|
ROUTE: Knptn 85;
669 km Gulpen [87 km]
Nederlandse familiebrouwerij Gulpener werd opgericht in 1825 en staat bekend om zijn ambachtelijke en duurzame benadering van het brouwproces. Ze gebruiken hoogwaardige ingrediënten, zoals mout van lokale gersttelers en hop uit de eigen hopvelden van de brouwerij.
ROUTE: Knptn 85-86-90-richting 93;
|
678 km Vijlen [96 km]
ROUTE: Knptn 93-95;
684 km Vaals [102 km]
Grens Nederland/Duisland
ROUTE: Knptn 46-44-richting 1; ! ← 2e straat na de Lindenplatz = Beginenstraße; → op einde = Templergraben; Knptn 1-2;
689 km Aachen [107 km]
Een van de meest opvallende bezienswaardigheden in Aken is de Dom van Aken. De prachtige kathedraal werd gebouwd in de 8e Een werd gebruikt voor de kroning van Duitse koningen. De Dom van Aken staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO vanwege zijn historische waarde en unieke architectuur, die Romaanse en gotische elementen combineert. Een andere belangrijke bezienswaardigheid in Aken is het stadhuis, ook wel bekend als het Rathaus. Dit gebouw, dat dateert uit de 14e E, is een prachtig voorbeeld van gotische architectuur. Het stadhuis heeft een indrukwekkende gevel en is versierd met beelden van de gekroonde Keizers en reliëfs. Aken staat ook bekend om de warmwaterbronnen en kuuroorden. De stad heeft een lange traditie van kuurbehandelingen en wellness, die teruggaat tot de Romeinse tijd.
|
Het begijnenconvent St-Matthiashof (curia nova) in Aachen werd in 1261 net buiten de stadsmuur gesticht door Luikse begijnen. De gronding van het St-Stephanshof (curia antiqua) naast het voormalige gasthuis Elisabeth-Spital (hospitaal) binnen de stadsmuur is vanwege de naamgeving waarschijnlijk ouder. In 1360 is er sprake van een begijnhof bewoond door Belgische begijnen. Op 2 mei 1656 werden de kapel en de begijnenhuizen volledig vernield tijdens de grote stadsbrand. In 1682 laat de Hubert-Thomas de Fraipont, deken van Aachen van 1674 tot 1682, op de plek van het voormalige begijnhof kleine huizen voor de begijnen die zij mogen bewonen tot hun dood. In 1875 worden de bouwvallige huisjes opgekocht door de ‘Armenverwaltung’ (soort OCMW) om in 1887 afgebroken te worden.
Beginenstraße
Beginenstraße
ROUTE: Knpt 2 richting Knpt 5; ↑ ringweg oversteken bij verkeerslichten; ← na 20 m op Y-splitsing = richting Knpt 5; ! ← Matthiashofstrasse; ← op kruispunt = Matthiashofstrasse [op nr 30 lag het begijnenconvent de St. Matthiashof]; ← op einde; ↑ ringweg oversteken bij verkeerslichten; → in voetgangerszone = richting Knpt 3;Knptn 3-50-22-42-52-21-9-10-12-13-18;
715 km Kasteel Rimburg [133 km]
Grens Duitsland/Nederland
ROUTE: Knptn 41-109-richting 108; ! ↑ 400 m na rotonde = fietspad langs verkeersweg blijven volgen; ! ← 150 m fietspad door groenbuffer woonwijk = Bert Jannsenpark; → na 200 m op kruispunt fietspaden; ← op straat in woonwijk; → Begijnhofstraat;
ROUTE: Knptn 41-109-richting 108; ! ↑ 400 m na rotonde = fietspad langs verkeersweg blijven volgen; ! ← 150 m fietspad door groenbuffer woonwijk = Bert Jannsenpark; → na 200 m op kruispunt fietspaden; ← op straat in woonwijk; → Begijnhofstraat;
721 km Straatnaam Begijnhofstraat [139 km]
ROUTE: → op einde Begijnhofstraat; → op einde = fietspad langs verkeersweg; ← na 50 m = Karlogweg; ← na 700 m; Knptn 108-79-78-77-76 richting 35;
731 km Brunsummer heide [149 km]
736 km Kasteel Amstenrade [154 km]
ROUTE: Knptn 24-87-88-36;
742 km Kasteel Terborgh [160 km]
Ten tijde van de bokkenrijdersbendes in Limburg deed het Kasteel Terborgh onder andere dienst als schepenbank en gevangenis waarin meerdere leden van de bende in belandden. De beruchte bendeleider Geerling Daniëls van de bokkenrijders werd hier ook gevangengezet en berecht.
752 km Sittard [170 km]
Het Sittardse begijnhof (1276→1677), waaraan de straatnaam nog heden ten dage herinnert, werd in 1276 door Jutta, voormalig vrouwe van Montjoie, opgericht. Omdat de muurresten tegenover de pastorie werden teruggevonden, werd aangenomen dat het begijnhof terzijde van het kerkelijke immuniteitsgebied, het geheel van kerk, kerkplein, kapittelhuizen en kloosters, tussen de huidige Begijnenhofstraat en de Begijnenhofwal moet gelegen hebben. Tegen de blinde gevel van het pand op de hoek van de Limbrichterstraat en de Begijnenhofstraat bevindt zich een schildering in graffitivorm van een aantal begijnen, gemaakt door Annemarie van Rooijen. Jutta van Ravensberg stichtte in 1276 een begijnenhof in Sittard. Het begijnenhof van Sittard lag aan het eind van het steegje tussen het Kerkplein en de Begijnenhofstraat. Dit steegje, nu Koninginnegetske geheten maar vroeger vaak “Begienengetske” genoemd, was hun kortste weg naar de kerk.
ROUTE: ← op einde Begijnenhofwal = voetgangerszone; ← na 20 m = Begijnenhofstraat; → op einde Begijnenhofstraat; → op einde naar kerk = Kapittelstraat; → volledig rond kerk; → Kapittelstraat; ↑ kloosterplein; Knptn 34-31;
756 km Tuddern [174 km]
Grens Nederland/Duitsland
ROUTE: Knptn 46-44-52;
764 km Wildpark Gangelt [182 km]
Het park is de thuisbasis van diverse diersoorten, waaronder herten, wilde zwijnen, wolven, lynxen en vele vogelsoorten. Het park beslaat een oppervlakte van ongeveer 50 ha. Naast de wilde dieren beschikt het wildpark ook over een speeltuin, picknickplaatsen en een restaurant waar traditionele Duitse gerechten worden geserveerd.
ROUTE: Knptn 51-richting 55;
784 km Heinsberg [202 km]
Het Begijnhof in Heinsberg werd gesticht in 1232 en was een van de oudste en belangrijkste begijnhoven in het Rijnland. Het bevond zich binnen de stadsmuren van Heinsberg en omvatte een kapel, huizen en tuinen. De begijnen runden ook een meisjesschool en deden aan verpleging. In de 16e E kwam het Begijnhof in Heinsberg onder druk te staan door de Reformatie. Een plaquette op de hoek Kirchberg/Kirchstrasse verwijst naar het Begijnhof in Heinsberg.
ROUTE: Knptn 11-22-21-richting 29;
792 km Wassenberg [210 km]
Er wordt aangenomen dat het begijnhof in de buurt van de St.-Georgs-kerk lag, die vandaag de dag nog steeds in Wassenberg te vinden is. De geschiedenis van het Begijnhof Wassenberg gaat terug tot de 13e E, toen er een gemeenschap van begijnen woonde. Het werd echter tijdens de Reformatie in de 16e E ontbonden en de gebouwen werden nadien voor andere doeleinden gebruikt. Vandaag zijn er nog enkele gebouwen en overblijfselen van de stadsmuren uit deze periode, maar het eigenlijke begijnhof bestaat niet meer.
ROUTE: ! ↑ in de Kirchstraße richting St.-Georgs-kerk; → achter kerk door [links ligt kasteel annex hotel]; ← bij kerktoren; → op einde = Parkstraße; ↑ hoofdweg oversteken; → na 10 m = Patersgraben; ↑ Knptn 21-28-24-23-13-14-richting 58;
803 km Grens Duitsland/Nederland [221 km]
ROUTE: Knptn 58-59-richting 69;
805 km Posterhold [223 km]
ROUTE: Knptn 69-89-3-7-richting 8;
814 km Kasteelruïne Montfort [232 km]
Ook bekend als De Grauwert, wat verwijst naar de zogenaamde 'snavelbektoren' rechts naast de oorspronkelijke ingang van het kasteel. Bedoeld voor het laten afketsen van projectielen is dit een uniek voorbeeld in de Benelux. Het kasteel van 50 bij 50 meter wordt tot de meest geavanceerde kasteeltypes uit zijn tijd gerekend.
ROUTE: Knptn 8-11-10;
|
826 km Stevensweert [244 km]
Fortificatie
ROUTE: Knptn 01-03-13-24;
842 km Grens Nederland/België [260 km]
ROUTE: ← fietspad langs ringweg; → na 100 m = grindpad richting winkelcentrum; ← voor trap; → voor winkels op einde plein [maquette stad en restanten middeleeuwse stadsmuur, voorafgaande opgravingen verwijzen naar het begijnhof];
843 km Maaseik [261 km]
Van de voorgeschiedenis van het Sint Agnesbegijnhof (1265→1482) in Maaseik is eveneens weinig bekend. Dit begijnhof werd rond 1260 onder de bescherming van Arnold, graaf van Loon, en zijn echtgenote Johanna gesticht. In 1162 ontving de abdij van Averbode een belangrijke domein op het grondgebied van Maaseik, Sint-Jansberg, waar vóór 1144 kortstondig een abdij van onbekende oorsprong had bestaan. Hierop werden later een hoeve en een kapel opgericht. Na de stichting van de nederzetting Maaseik door graaf Arnold IV van Loon, zet deze zich in voor de stichting van een begijnhof. Door zijn toedoen kwam er een bisschoppelijke erkenning van het begijnhof in 1265. Het was gelegen tussen de Hepper- en Bleumerpoort buiten de wallen en was op zich volledig omwald. Aan het begin van de 15e E was dit begijnhof echter in verval geraakt, en in 1429 werd binnen het begijnhof een ruimte voorzien voor een regulier vrouwenklooster dat de regel van Sint-Augustinus volgde, het zogenaamde Agnetenklooster. Ook dit was afzonderlijk omheind. In 1429 kwamen reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus uit Venlo op het toen vervallen hof wonen. Beide gemeenschappen maakten gebruik van dezelfde kapel, toegewijd aan Sint-Agnes. Begijnhof en klooster worden in 1482 door Luikse soldaten in as gelegd. In 1483 laten de Agneten hun klooster en kerk buiten de wallen afbreken. Het was een gemakkelijk te benutten bolwerk gebleken tegen de stad. In 1483 vestigen de resterende begijnen en de Agneten zich dus binnen de omwalling, waar ze in de Sionstraat in 1485 het Sint-Agnesklooster (ook Groot Klooster genaamd) van reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus stichten. De oude gebouwen worden verlaten en gedeeltelijk afgebroken. Het is niet duidelijk hoelang het oorspronkelijke begijnhof nog heeft bestaan; nu blijven er geen sporen meer van bewaard. Vermoedelijk was het een pleinbegijnhof. Het nieuwe Agnetenklooster werd in 1797 door de Fransen opgeheven.
Straatnaam Begijnenstraat.
Straatnaam Begijnenstraat.
ROUTE: → op rotonde = Hepperstraat; ← in het midden van de markt = Bosstraat; → 50 m na kerk = Begijnenstraat; → op einde; ← op einde; Knptn 25-22-21-richting 53;
852 km Grens België/Nederland [270 km]
ROUTE: Knpt richting 53;
853 km Thorn [271 km]
Het "Witte Stadje" Thorn heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 10e E. Het was oorspronkelijk een abdijvorstendom geregeerd door adellijke vrouwen. De adellijke dames, ook wel de "Dames van Thorn" genoemd, bestuurden het dorp en de abdij. Thorn groeide uit tot een welvarend stadje dankzij de lakenindustrie en het feit dat het vrijgesteld was van belastingen. De witte huizen en gebouwen in Thorn waren oorspronkelijk bedoeld om de sociale status van de inwoners aan te geven. Alleen de adel en de geestelijken mochten hun huizen wit schilderen. Het gebruik van kalkverf gaf Thorn zijn kenmerkende uiterlijk en zorgt nog steeds voor een unieke sfeer.
Het voormalig begijnhof (1287→1797) bevond zich aan de Kloosterberg 1. Het begijnhof was gevestigd in een pand van 1772. De begijnen in Thorn waren oorspronkelijk in dienst bij de adellijke stiftdames van Thorn. De begijnen deden bijvoorbeeld de was voor de adellijke dames en zorgden voor de zieken. Ook verrichtten de begijnen religieuze werkzaamheden zoals het assisteren bij kerkdiensten. In 1795 kwam een eind aan de abdij, en tevens aan het functioneren van de begijnen. In het begijnhofje liggen een aantal Pottehuuskes (voormalige bakkershuizen). Tegenwoordig kun je ook overnachten in deze Pottehuuskes.
ROUTE: Knptn 53-52-42-35-84-36-18-92-82-64;
878 km Roermond [296 km]
Sint-Chaterinabegijnhof (1279→1797)
Vlak voor het Minderbroedersklooster lag de heden verdwenen Begijnenstraat, welke uitliep op de Begijnenpoort, volgens een akte van 1465, en waarin gesproken wordt van "enen tuyn an van de statsgraef (= gracht) boten van de begijnpoirt". Straat en poort ontleenden hun naam aan het begijnhof. Dit was een van de oudste stichtingen van de stad. In 1279 verleende magister Daniel, pastoor van de Sint-Christoffelkerk, aan de Begijnen, welke in zijn parochie verspreid woonden, verlof, om buiten de stad in een begijnhof bij elkaar te gaan wonen en daar een eigen kapel of kerk te bouwen. Tevens kregen ze een eigen priester, om in alle opzichten voor haar geestelijke belangen te zorgen. Waar deze kapel of kerk met woningen van de Begijnen gestaan heeft, is niet met zekerheid te zeggen, evenmin, tot wanneer de Begijnen daar zijn gebleven. Vast staat, dat ze in 1311 nog buiten de stad lag, want in een schepenbrief van Odiliënberg van 21 Dec 1311 wordt gesproken van een uitkering van drie stuivers aan de kapelaan van het altaar van de H. Barbara in de kerk van St. Catharina op het Begijnhof buiten de stad gelegen. Tussen 1311 en 1324 is het begijnhof binnen de muren overgebracht in het noorden van de toenmalige stad, onder de naam Nyenhoef of Nuwenhoff. In de buurt van het oude verblijf van de Begijnen buiten de stadspoort verrees in 1344 tussen de stadsmuur en de Roer een klooster van Franciscanessen, dat Emaüs heette. In 1483 kregen pater, mater en zusters van dit klooster verlof, om in de stad een stenen huis te mogen bouwen en te betrekken, wanneer bij een beleg de veiligheid van de stad het noodzakelijk maakte, het klooster af te breken. Daar het convent Emaüs, naar zijn ligging op een waard, ook wel Godswaard genoemd werd, ging deze naam ook over op het nieuwe klooster in de stad. De huidige Godsweerderstraat staat loodrecht op de huidige Begijnhofstraat. Dicht achter het klooster Godsweerd had men het Begijnhof, eerst niet, later wel door een zijstraatje met de Godsweerderstraat verbonden. Hier vinden we dus de Begijnen terug, die tussen 1311 en 1324 hun oorspronkelijk verblijf buiten de stad verwisselden voor een binnen de muren. De Begijnen, tegengewerkt door de magistraat van de stad, weken al eens af van de in de voor hun voorgeschreven statuten aangaande ingetogenheid in wandel en kleding. Waardoor de magistraat de voorschriften hieromtrent meer dan eens verscherpte of vernieuwde. Het Begijnhof is de enige geestelijke instelling in Roermond die in het einde van de 18e E tijdens de Franse overheersing, in tegenstelling tot de kloosters, niet onvoorwaardelijk werd opgeheven.
Vlak voor het Minderbroedersklooster lag de heden verdwenen Begijnenstraat, welke uitliep op de Begijnenpoort, volgens een akte van 1465, en waarin gesproken wordt van "enen tuyn an van de statsgraef (= gracht) boten van de begijnpoirt". Straat en poort ontleenden hun naam aan het begijnhof. Dit was een van de oudste stichtingen van de stad. In 1279 verleende magister Daniel, pastoor van de Sint-Christoffelkerk, aan de Begijnen, welke in zijn parochie verspreid woonden, verlof, om buiten de stad in een begijnhof bij elkaar te gaan wonen en daar een eigen kapel of kerk te bouwen. Tevens kregen ze een eigen priester, om in alle opzichten voor haar geestelijke belangen te zorgen. Waar deze kapel of kerk met woningen van de Begijnen gestaan heeft, is niet met zekerheid te zeggen, evenmin, tot wanneer de Begijnen daar zijn gebleven. Vast staat, dat ze in 1311 nog buiten de stad lag, want in een schepenbrief van Odiliënberg van 21 Dec 1311 wordt gesproken van een uitkering van drie stuivers aan de kapelaan van het altaar van de H. Barbara in de kerk van St. Catharina op het Begijnhof buiten de stad gelegen. Tussen 1311 en 1324 is het begijnhof binnen de muren overgebracht in het noorden van de toenmalige stad, onder de naam Nyenhoef of Nuwenhoff. In de buurt van het oude verblijf van de Begijnen buiten de stadspoort verrees in 1344 tussen de stadsmuur en de Roer een klooster van Franciscanessen, dat Emaüs heette. In 1483 kregen pater, mater en zusters van dit klooster verlof, om in de stad een stenen huis te mogen bouwen en te betrekken, wanneer bij een beleg de veiligheid van de stad het noodzakelijk maakte, het klooster af te breken. Daar het convent Emaüs, naar zijn ligging op een waard, ook wel Godswaard genoemd werd, ging deze naam ook over op het nieuwe klooster in de stad. De huidige Godsweerderstraat staat loodrecht op de huidige Begijnhofstraat. Dicht achter het klooster Godsweerd had men het Begijnhof, eerst niet, later wel door een zijstraatje met de Godsweerderstraat verbonden. Hier vinden we dus de Begijnen terug, die tussen 1311 en 1324 hun oorspronkelijk verblijf buiten de stad verwisselden voor een binnen de muren. De Begijnen, tegengewerkt door de magistraat van de stad, weken al eens af van de in de voor hun voorgeschreven statuten aangaande ingetogenheid in wandel en kleding. Waardoor de magistraat de voorschriften hieromtrent meer dan eens verscherpte of vernieuwde. Het Begijnhof is de enige geestelijke instelling in Roermond die in het einde van de 18e E tijdens de Franse overheersing, in tegenstelling tot de kloosters, niet onvoorwaardelijk werd opgeheven.
ROUTE: Knpt-richting 17; ← op rotonde = richting 17; → bij voetgangerszone = richting 17; ! ← na 30 m = voetgangerszone fietsen toegestaan; ↑ voorbij aan de Munsterkerk = Munsterplein; ↑ Leliestraat; ↑ = Begijnhofstraat; ← op einde Begijnhofstraat = Godsweerderstraat; → bij toegang stadspark = Voogdijstraat; ← voor parking = Steegstraat; knptn 83-94-95-38-30-51-50-32-44-72-96;
899 km Kelpen-Oler [317 km]
ROUTE: Knpt richting 95; ! ↑ fietspad langs voorrangsweg blijven volgen op einde dorp; ↑ oversteken bij verkeerslichten; → op fietspad na oversteken; ← 20 m na oversteken verkeerslichten = fietspad rechts van weg; ! ← na 400 m = Begijnhofweg;
901 km Straatnaam Begijnhofweg [319 km]
De Begijnhofweg in Kelpen-Oler verwijst naar een voormalig begijnhof dat in de buurt heeft gelegen.
ROUTE: ← op Y-splitsing; ↑ hoofdverkeersweg oversteken op einde Begijnhofweg = Eyckheuvels; → op voorrangsweg met fietsstroken; knptn 95-28-29-81-43-41-50;
918 km Weert [336 km]
De Begijnenhofstraat loopt door het voormalige begijnhof met enkele huisjes die een beeld geven van de historische architectuur. Het Begijnhof van Weert bestond van de 14e E tot aan de Franse Revolutie in de 18e E.
ROUTE: Knpt-richting 53 = fietsstrook langs ringweg Wilhelminasingel/Emmasingel; ! → na 500 m op kruispunt met links voetgangerszone = richting Maastricht/Roermond/Maaseik; ! ← na 20 m = Begijnenhofstraat; ← op einde; → op fietsstrook langs ringweg Emmasingel; Knptn 53-73-70-01-05;
|
933 km Nationaal Park De Grote Peel [351 km]
ROUTE: Knptn 07-08-95-20-96-15-27-57-83-42-40-41-63-4-3;
975 km Veulen [393 km]
ROUTE: Knpt richting 19; ← 3,5 km bij grote boerderij = Begijnhofweg;
977 km Straatnaam Begijnhofweg [395 km]
ROUTE: → bij grijs kapelletje = Heidseweg;
978 km Heide [396 km]
ROUTE: Knptn 19-21-82-81-5-50-69-54-89-82-81-83-6-11-richting 10 = over Maasbrug; ← oversteken op fietspad bij verkeerslicht aan grote rotonde onder brug; → op fietspad na oversteken! ← na 100 m bij bushalte op fietspad langs ringweg = dubbel fietspad onder gebouw door;
1011 km Venlo [429 km]
Stadsrekeningen uit 1396 aan ‘der Beghinen huus’ en uit 1400 voor een uitgave van een tuin in de ‘Beghinestrate’ tonen aan dat er in de 14e E begijnen woonden in een pand aan deze straat in de binnenstad. Deze begijnen zijn in 1413 vertrokken naar een nieuw onderkomen aan de Weide, wat verwijst naar het Dominicanenklooster Mariaweide. Een andere stadsrekening uit 1413 vermeldt, dat een schenking heeft plaatsgevonden aan de ‘beghinen in sint ter Claes’. Geweten is dat in 1416 de kapel in gebruik werd genomen door de begijnen. In 1435 en 1747 werd de kapel aangepast en uitgebreid. In 1798, in de Franse tijd, werd het klooster geconfisqueerd.
Straatnaam Begijnengang.
Straatnaam Begijnengang.
ROUTE: ↑ Nieuwstraat; ↑ Begijnengang; ↑ Knptn 7-richting 96;
1014 km O.L.V. van Genooi [432 km]
De huidige kapel is gebouwd in 1631, maar de Maria verering in Genooy gaat terug tot 1423 toen op die plaats een klooster convent (Mariendael) werd gesticht.
ROUTE: Knptn 96-95-34-richting 68;
1024 km Grens Nederland/Duitsland [442 km]
ROUTE: Knptn 68-richting 58; ! → na bejaardentehuis ‘Marien-Haus’ = Franziskanerstraße; ← op einde; → op einde; ← na 20 m = Beginenpad; ← op einde = Westwall (ringweg);
1028 km Straelen [446 km]
Straatnaam Beginenpad; loopt naar het voormalige klooster en kerk
ROUTE: Knptn 58-60-75-59-94-richting 91; ! ← na kruisen van hoofdweg bij binnenkomen van Klerken = Paeschendyck; → na 100 m = Kleine Bleiche; ← na 60 m = Beginenweg;
1037 km Kerken [455 km]
Straatnaam Beginenweg; loopt naar de Sint-Dionysus Nieukerk
ROUTE: → op einde Beginenweg bij kerk; ← na 50 m = Webermarkt; ← na 30 m; Knptn 90-22-20;
1047 km Geldern [465 km]
ROUTE: Knptn 21-47-49;
1061 km Kevelaer [479 km]
De marskramer Hendrick Busman (1607-1649) zou van de Maagd tot driemaal toe de opdracht hebben gekregen een kapelletje voor haar te bouwen. Bij herhaling van de opdracht gaf hij op 1 juni 1642 hieraan gehoor. Algauw kwamen er pelgrims en werden er genezingen gemeld. In 1647 erkende de Kerk 8 van deze genezingen als wonderbaarlijk. In 1645-47 werd een bedevaartkerk gebouwd, de huidige Kaarsenkapel. In 1654 werd om de bidzuil de barokke Genadekapel gebouwd. De grote Mariabasiliek van Kevelaer verrees in de 19e E en werd in 1923 tot basiliek verheven.
Kevelaer speelde een bijzondere rol voor de Nederlandse katholieken in het protestantse noorden waar alle katholieke geloofsuitingen verboden waren. Zij konden in Kevelaer in het openbaar hun geloof uitoefenen, want in het koninkrijk Pruisen bestond godsdienstvrijheid. Naast Heiloo, Maastricht en 's-Hertogenbosch behoort Kevelaer tot de belangrijkste pelgrimsoorden voor Nederlandse katholieken.
Kevelaer speelde een bijzondere rol voor de Nederlandse katholieken in het protestantse noorden waar alle katholieke geloofsuitingen verboden waren. Zij konden in Kevelaer in het openbaar hun geloof uitoefenen, want in het koninkrijk Pruisen bestond godsdienstvrijheid. Naast Heiloo, Maastricht en 's-Hertogenbosch behoort Kevelaer tot de belangrijkste pelgrimsoorden voor Nederlandse katholieken.
ROUTE: Knptn 40-41;
1095 km Kalkar [513 km]
Het grondstuk op de plek van de huidige Kesselstraße 20 kwam in 1430 in bezit van begijnen die in Kalkar 2 conventen bewoonden. Hier bouwden ze in 1500 een begijnenhuis met opvallende barokgevel. Dit groot begijnenconvent werd in 1578 opgeheven. Het daarop volgende klein begijnenconvent dat naar de heilige Cecilia vernoemd was, kende zijn einde in 1802, nadat de Fransen de Nederrijn bezetten.
ROUTE: ← op einde Kesselstraße voorbij aan Duiventoren; fietsroute D8; Knptn 17-18;
1101 km Schloss Moyland [519 km]
Het waterslot is als Museum Schloss Moyland opengesteld voor het publiek. De tentoonstellingshal in de rechter voorburcht wordt gebruikt voor wisselende exposities van hedendaagse kunst.
ROUTE: Knptn 16-21-22;
1110 km Kleve [528 km]
Kleve heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd. Het was oorspronkelijk een vestingstad en speelde een belangrijke rol als residentie van de hertogen van Kleef. Een van de bekendste bezienswaardigheden in Kleve is het Schwanenburg-kasteel, ook wel het Kasteel van Kleve genoemd. Dit imposante kasteel, gelegen op een heuvel, biedt een prachtig uitzicht over de stad en de omgeving. Het herbergt ook het Museum Kurhaus Kleve, dat moderne en hedendaagse kunst tentoonstelt. Een andere opmerkelijke bezienswaardigheid is de Klever Tiergarten, een groot park met uitgestrekte bossen, weiden en vijvers. Het is een populaire bestemming voor wandelaars en natuurliefhebbers. Het herbergt ook het prachtige Forstgarten-paleis, een voormalige residentie van de hertogen van Kleef.
ROUTE: Knptn 32-richting 5;
1113 km Waterburcht Rindern [531 km]
De gotische Waterburcht Rindern dateert uit de 14e E. Dit diende oorspronkelijk als een verdedigingsfort en was later een residentie voor adellijke families.
ROUTE: Knpt-richting 5; → op asfaltweg na pad langs vijver = richting Knpt 5: ← op volgend kruispunt = Breite Straße; 2e straat rechts is de Beginenstraße;
1114 Rindern [532 km]
Straatnaam Beginenstraße.
ROUTE: ← op einde Breite Straße; fietsroute D8; → op spoorwegfietspad; Knptn 31-30-75-37-richting 86; → ! bij voormalig station Kranenburg; ! ← op kruispunt = fietspad langs straat; → op volgend kruispunt = Bahnhofstraße; ↑ Mühlenstraße [aan de rechterkant in deze straat ligt het Museum Katharinenhof];
1125 km Kranenburg [543 km]
Katharinenhof
In de huidige Mühlenstrasse vestigden zich in 1446 begijnen als dochters van een Kleefs klooster. Later werd deze seculiere gemeenschap van religieuze vrouwen omgevormd tot een regulier Augustijnenklooster. Het klooster stond onder de bescherming van St. Catherine. De zogenaamde Katharinenhof in de Mühlenstraße heeft nog steeds historische structuren, waaronder een laatmiddeleeuwse gewelfde kelder. ROUTE: ← op einde Mühlenstraße; Knptn 86-richting 83;
|
1139 km Heilig Landstichting / Museumpark Orientalis [557 km]
Naam en opzet van de instelling zijn enkele malen veranderd. Ze werd in 1911 gesticht als rooms-katholiek devotiepark onder de naam Heilig Land Stichting. Van 1968 tot 2007 heette het Bijbels Openluchtmuseum en tot 2015 Museumpark Orientalis.
ROUTE: Knpt 58;
1140 km Afrika Museum [558 km]
Het museum uit 1954 is gewijd aan de Afrikaanse kunst en cultuur uit het missiegebied in Tanzania van de paters en broeders van de Congregatie van de Heilige Geest.
ROUTE: Knptn 57-81-1-richting 45;
1147 km Nijmegen [565 km]
In Nijmegen waren zes begijnhoven waarvan we er 4 hebben weten te traceren.
De exacte stichtingsdatum en de stichter van het klooster Mariënburg zijn niet bekend, maar in het begin van de 15e E zou op het terrein de ‘Hanchoeve’ een begijnhof zijn gesticht. In 1419 ontstond uit dit begijnhuis een gemeenschap van Zusters van het Gemene Leven. In de Mariënburgkapel bevindt zich nu het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.
Op 6 februari 1413 verpachtte het Heilige Geest Gasthuis op de Anthoniusplaats een pandje aan begijnen Grieta Spaen en Hilla Lockert. Ze woonden er samen tot 1422. Op de Anthoniusplaats, waar nu de toegangspoort is tot Huize Bethlehem, werd in 1428 het 'St. Barbarahuis' gesticht, ook wel 'het Vierzusterenhuis' genoemd.
In de Begijnenstraat op de plaats van een begijnhof werd achteraf het Arme Kinderen Weeshuis gesticht. De Begijnenstraat verwijst naar het voormalige begijnhof.
Het klooster "Hessenberg" was voor 1380 als begijnenhuis gesticht. Vanaf 1450 werd dit een klooster waarin in de hoogtijdagen maar liefst 98 nonnen woonden. In 1591 werd Nijmegen gedwongen protestant en werd het klooster opgeheven. De zusters mochten er blijven wonen tot de laatste in 1636 was overleden.
In de thans niet meer bestaande Strikstraat, die van de Vleeshouwerstraat naar de Lindenberg liep lag nog een begijnhof. De enige vermelding van dit begijnhof dateert uit 1381 toen er van “der megede hues in der Stricstrate” gesproken werd .
De exacte stichtingsdatum en de stichter van het klooster Mariënburg zijn niet bekend, maar in het begin van de 15e E zou op het terrein de ‘Hanchoeve’ een begijnhof zijn gesticht. In 1419 ontstond uit dit begijnhuis een gemeenschap van Zusters van het Gemene Leven. In de Mariënburgkapel bevindt zich nu het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.
Op 6 februari 1413 verpachtte het Heilige Geest Gasthuis op de Anthoniusplaats een pandje aan begijnen Grieta Spaen en Hilla Lockert. Ze woonden er samen tot 1422. Op de Anthoniusplaats, waar nu de toegangspoort is tot Huize Bethlehem, werd in 1428 het 'St. Barbarahuis' gesticht, ook wel 'het Vierzusterenhuis' genoemd.
In de Begijnenstraat op de plaats van een begijnhof werd achteraf het Arme Kinderen Weeshuis gesticht. De Begijnenstraat verwijst naar het voormalige begijnhof.
Het klooster "Hessenberg" was voor 1380 als begijnenhuis gesticht. Vanaf 1450 werd dit een klooster waarin in de hoogtijdagen maar liefst 98 nonnen woonden. In 1591 werd Nijmegen gedwongen protestant en werd het klooster opgeheven. De zusters mochten er blijven wonen tot de laatste in 1636 was overleden.
In de thans niet meer bestaande Strikstraat, die van de Vleeshouwerstraat naar de Lindenberg liep lag nog een begijnhof. De enige vermelding van dit begijnhof dateert uit 1381 toen er van “der megede hues in der Stricstrate” gesproken werd .
ROUTE: ! → op kruispunt volgend op driehoekig plein = Mariënburg; ← na 70 m = Mariënburg; ! Na 20 m → omhoog naar Mariënburgkapel = voetgangerszone; → voor Mariënburgkapel door = voormalige Begijnhofkapel; → onder oversteek tussen 2 gebouwen door = einde voetgangerszone; ← = Mariënburgsestraat (onmiddellijk links op nummer 26 lag het voormalige Begijnenconvent; → op einde na fietsenstalling; ← na 20 m = langs plein; ← 30 m na plein = Hoogstraat/Ridderstraat; ↑ na 70 m in bocht = Ridderstraat; ! → na 30 m = St-Anthoniusplaats [op einde links links van het Huize Bethlehem bevindt zich het voormalige begijnenhuis]; → na terugdraaien op einde (begin) St-Anthoniusplaats; ← na 20 m op kruispunt = Snijderstraat/Platenmakersstraat; → bergaf op einde = Grotestraat; ! ← na 70 m = smal straatje (draait links omhoog op einde); ↑ op korenmarkt = middelste straat; → bergaf = Smidstaat; → 2e straat op rotonde = Priemstraat bergaf; ← = Lage Markt; ← bij zicht op rivier de Waal = Korte Brouwersstraat; ↑ op kruispunt = Begijnenstraat [links na 50 m achter muur met toegangspoort parking gezondheidscentrum een toegangspoort van het voormalige Arme Kinderen Weeshuis, het voormalige begijnhof en toegang tot de voormalige begijnhoftuin, links van de praktijk nog een toegangspoort van het voormalige begijnhof]; ← op einde Begijnenstraat = voetgangerszone; → na 20 m = Hessenberg [de marmeren zitstenen in de vorm van 2 kloosterramen verwijzen naar het voormalige klooster ontstaan uit een begijnenhuis]; → op einde; → voetgangerszone; ← smal straatje = Papengas; ↑ bij officiële toegang tot stadstuin Het oude Weeshuis = voormalige begijnhoftuin; ← Kloosterstraat; → op einde; ! ↑ langs parking woonblok; ! ← na 20 m = onder gebouw door; → na gebouw naar rivier de Waal; ← op fietspad Waalkade; Knptn 20-19-42-18-17-5-6-10-11-34-36-35-50-16-9-72-6-66-2-4 richting 80; ! ↑ op kruispunt na kerk = Begijnhofstraat; ! → na 5 m smalle steeg voor modern poortgebouw = Infirmerie [verwijzend naar het voormalig begijnhof]; → langs Bagijnenkerk; ← langs Bagijnenkerk = modern kunstwerk ‘Begijn van Grave’; ← op einde Bagijnenkerk door smalle steeg; → na toegangspoortje begijnhof = Begijnhofstraat [ huisnr. 1a en 5 zijn voormalige begijnhofhuizen];
1174 km Grave [592 km]
Het Graafse begijnhof is rond 1290 gesticht door Jan I van Cuijk. Als in 1459 pater Brugman in Grave komt preken, besluit een aantal begijnen om toe te treden tot de franciscanessen, echte kloosterlingen dus. De bisschop geeft hen in 1463 toestemming voor een eigen klooster met kerk en kerkhof. Hertog Adolf van Gelre geeft het klooster in 1469 zijn naam Mariën Grave, later verkort tot Maria Graf. Hij bepaalt dat er maar vijfentwintig zusters mogen zijn. De resterende begijnen mogen niemand meer aannemen. Het klooster komt er meteen, maar aan de kloosterkerk wordt nog tot 1526 gebouwd. De kerk heet tegenwoordig de Bagijnenkerk, maar is dat dus nooit geweest. Ondanks het verbod van hertog Adolf blijven er nieuwe begijnen komen. Bij het beleg van Grave door prins Maurits in 1602 wordt het oude begijnhof zwaar beschadigd en de laatste begijnen sterven uit.
Het huis met huisnr. 1a in de Begijnenstraat behoorde tot het Begijnhof en was de oorspronkelijk rectorswoning. Ook het volgende huis met huisnr. 5 was ook onderdeel van het Begijnhof. Dit was tot 1802 het kloosterhuis van de Franciscanessen en daarna predikantswoning. Een doorgang tussen beide huizen geeft toegang tot de Bagijnenkerk waar daarvoor het begijnhof was gelegen.
Het huis met huisnr. 1a in de Begijnenstraat behoorde tot het Begijnhof en was de oorspronkelijk rectorswoning. Ook het volgende huis met huisnr. 5 was ook onderdeel van het Begijnhof. Dit was tot 1802 het kloosterhuis van de Franciscanessen en daarna predikantswoning. Een doorgang tussen beide huizen geeft toegang tot de Bagijnenkerk waar daarvoor het begijnhof was gelegen.
ROUTE: ↑ op einde Begijnhofstraat; Knptn 3-20-21-32-19-2-18-41-1-43-35-34-14-13-9-4-8-7-6-33-34-1-2-10-95-96-91-90-50-51-53;
1236 km ‘s Hertogenbosch [654 km]
Groot brgijnhof (1274→1675)
Klein begijnhof (1349→1591)
Straatnaam Begijnstraatje
Klein begijnhof (1349→1591)
Straatnaam Begijnstraatje
ROUTE: Knpt richting 88; ! → na kanaalkom rechts = Kruisstraat (20 m voor knooppuntbord 88 →); → op Y-splitsing; ! ← steeg na 80 m = Begijnstraatje; → op einde; Knpt 88 = plein Parade; ← naar kerk;
In 1274 was er een conflict ontstaan tussen de priorin van het Dominicanessenklooster Hertoginnendal bij Brussel en de pastoor van de parochie Orthen-’s-Hertogenbosch enerzijds en een begijnenhuis in de huidige Choorstraat anderzijds over het al dan niet stichten van een begijnenparochie. De prior van de predikheren (dominicanen) in Leuven trad op als scheidsrechter en besliste op 6 juli dat het begijnhof een eigen kerk, kerkhof en priester mocht hebben. Waar zich nu het plein de parade uitstrekt was voorheen dit Groot Begijnhof van ’s-Hertogenbosch gelegen. Eind 13e E wordt het al genoemd in de archieven. Het was veel groter dan de huidige Parade, het liep helemaal door tot aan het riviertje de Binnendieze bij de Papenhulst en de Triniteitstraat. Hoeveel begijnen er woonden is niet helemaal zeker maar volgens een haardentelling uit 1526 woonden er toen zo’n 160 vrouwen in kleine huisjes. Het begijnhof was volledig ommuurd. Een grote stadsbrand in 1419 legde het Groot Begijnhof deels in de as waarna veel huisjes en ook de kerk opnieuw moesten worden opgebouwd. Na de inname van de stad door de prins van Oranje in 1629 werd het katholicisme verboden. De mannelijke kloosterlingen moesten de stad verlaten. Voor de nonnen en begijnen bedacht men een sterfhuisconstructie. Ze mochten blijven tot hun dood, maar mochten geen nieuwe leden meer aannemen. De laatste bewoonster van het Groot Begijnhof, Cornelia van Deursen, stierf in 1694. De overgebleven huisjes op het hof werden niet meer onderhouden, raakten in verval, en werden uiteindelijk allemaal gesloopt. Aan de zuidkant van de Sint-Jan vinden we in het plaveisel nog twee herinneringen aan de eigenzinnige bewoonsters van dit bijzondere stukje ’s-Hertogenbosch. Aan de binnenkant van het hek, links van het transept, ligt vlak bij het poortje een kleine grafsteen, 50 x 79 cm. De inscriptie aan de randen van de steen is nog amper leesbaar. “hier leet begraven ijken goeyaert haubrakens dochter baghijn die sterf ao xvc xix des sondachs nae beloken paeschen“. Er ligt nog een grafsteen, vlakbij, in de hoek van het transept en het schip! Een kleine maaskalkzandsteen, 63 x 71 cm en helaas behoorlijk beschadigd. “Hir is begraven Joestken van Beest bagijn sterft 1576 den 12 october en Alijt van Berkel bagijn anno 1597 den 15 september”.
Joestken woonde al als begijn op het Groot Begijnhof van de stad toen ze zich in 1526/7 als gewoon lid liet inschrijven van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Zij overleed op 12 oktober 1576 en werd in de Sint-Jan begraven. Ook Alijt, de dochter van haar zuster, werd begijn op het Groot Begijnhof. Zij werd bij haar tante Joestken van Beest in de Sint-Jan begraven.
Joestken woonde al als begijn op het Groot Begijnhof van de stad toen ze zich in 1526/7 als gewoon lid liet inschrijven van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Zij overleed op 12 oktober 1576 en werd in de Sint-Jan begraven. Ook Alijt, de dochter van haar zuster, werd begijn op het Groot Begijnhof. Zij werd bij haar tante Joestken van Beest in de Sint-Jan begraven.
ROUTE: → voor kerk door [achter hek gedenkstenen Begijnengraven, rechts op het plein een tuinmuurtje met -poortje van een begijnhofhuis]; → op einde = Papenhulst [we fietsen hier vanaf de kerk in feite rond het voormalig begijnhof]; → op einde = fietspad langs weg; ← bij verkeerslichten; knptn 63-64-21-76-73-74-41-42-4-50-51-52-53-54-55-34;
1260 km Kremselen [678 km]
ROUTE: Knptn 35-69-30-41-42-43-9-72-63-93-59-44-7-richting 48; ! op Y-splitsing fietspaden;
1290 km Binderen [708 km]
Begijnenpad.
ROUTE: ↑ op straat = Saxofoonstraat; ! → na 80 m onverhard voetpad = Begijnenpad; ← na 40 m = Begijnenpad; → op fietspad op einde = Convent; → op einde door poort = Binderen;
1293 km Helmond [711 km]
Het kasteel van Helmond is een van de best bewaarde waterburchten in Nederland en heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de 14e E. Het Kasteel bestaat uit meerdere gebouwen, waaronder een imposante donjon, een voorburcht en een binnenplaats. Het diende oorspronkelijk als residentie voor de Heren van Helmond en was strategisch gelegen aan de rivier de Aa. Het kasteel heeft door de eeuwen heen verschillende functies gehad. Het diende onder andere als verdedigingswerk, gerechtsgebouw en woonplaats voor adellijke families.
Van het voormalig verdwenen begijnhof is niets meer van te zien.
ROUTE: ! ↑ na de horecaterrassen langs de Oude Zuid-Willemsvaart [het voormalig begijnhof bevond zich aan de overkant van de Oude Zuid-Willemsvaart in de blok tussen de ophaalbrug en de autobrug over de vaart]; → bij kasteel = fietspad over brug Oude Zuid-Willemsvaart; Knptn 4-2-1-richting 47;
1298 km Fortificatie De Veste [716 km]
ROUTE: Knptn 47-82-68-75-77-94-richting 89; ! → op einde fietspad langs Dommel bij Van Abbe museum = voetgangerszone; ← op plein = Oude Stadsgracht; → op einde bij Stadhuisplein; ↑ = Begijnenhof; → voor Sint-Cathatarinakerk; ← langs kerk;
1314 km Eindhoven [732 km]
Eindhoven heeft een moderne uitstraling en wordt gekenmerkt door architectonische hoogstandjes, innovatieve gebouwen en een levendige sfeer. Een bekende attracties in Eindhoven is het Van Abbemuseum, een vooraanstaand museum voor moderne en hedendaagse kunst. Eindhoven staat ook bekend om zijn levendige stadshart met een breed scala aan winkels, restaurants, cafés en bars. Het centrum van de stad biedt een mix van moderne architectuur en historische gebouwen, zoals de Sint-Catharinakerk, een gotische kerk uit de 19e E.
Het Begijnenhof (1490→1567) komt in de archieven van de gemeente Eindhoven al lange tijd voor. Al voor 1685 wordt een halve hof verkocht en in het jaar 1700 wordt in het schepenbankarchief melding gemaakt van "De Bagijnhoff" in de jurisdictie van Eindhoven. In een akte uit 1735 wordt een weide verkocht, die gelegen is aan het Bagijnstraatje. Aan de voorzijde ligt het kerkhof, aan de achterzijde de brandgraaf. Links en rechts liggen Bagijnstraatje en een Brandgraaf (RHCe inv. 1731-305). Deze wei ligt dus tussen de huidige Begijnenhof, de kerk en de Wal. Ook in 1762 wordt een weide, die tot tuin is gemaakt, verkocht. De Bagijnenstraat ligt aan de voorzijde en de Stadsvest is achter gelegen. Links en rechts liggen het kerkhof en de brandgraaf. Dus ook hier ligt de wei dus tussen de huidige Begijnenhof, de kerk en de Wal. In 1800 wordt de wei weer verkocht en wordt dan de tuin "het velt genaamd Bagijnhoff" genoemd.
De ruimte ten zuiden van het huidige marktterrein, dat aanvankelijk nog buiten de stad lag, werd gebruikt als grafveld. Hierop werd een kerk gebouwd die behoorde tot de Woenselse parochie. De Catharinakerk werd in 1399 tot kapittelkerk verheven. De begrenzing van het terrein werd gevormd door losstaande houten en lemen vakwerkhuizen. In de 13e E komt er een omwalling en vanaf ca. 1350 krijgt de markt een vleeshal, een waag, een lakenhal, een gasthuis en begijnenhof erbij. Waarschijnlijk werd al in de 13e E een stadswal aangelegd met een drietal bakstenen poorten, waarbij een riviertje (de Gender) op de stadsgracht uitkwam.
De naam Begijnenbroek verwijst naar een begijnhof dat in de 15e E bij de Oude Toren lag in de wijk Woensel-Zuid. Van het voormalige begijnhof zijn geen sporen meer te zien.
De ruimte ten zuiden van het huidige marktterrein, dat aanvankelijk nog buiten de stad lag, werd gebruikt als grafveld. Hierop werd een kerk gebouwd die behoorde tot de Woenselse parochie. De Catharinakerk werd in 1399 tot kapittelkerk verheven. De begrenzing van het terrein werd gevormd door losstaande houten en lemen vakwerkhuizen. In de 13e E komt er een omwalling en vanaf ca. 1350 krijgt de markt een vleeshal, een waag, een lakenhal, een gasthuis en begijnenhof erbij. Waarschijnlijk werd al in de 13e E een stadswal aangelegd met een drietal bakstenen poorten, waarbij een riviertje (de Gender) op de stadsgracht uitkwam.
De naam Begijnenbroek verwijst naar een begijnhof dat in de 15e E bij de Oude Toren lag in de wijk Woensel-Zuid. Van het voormalige begijnhof zijn geen sporen meer te zien.